Walmart als voorbeeld? Nee toch? Agnes Jongerius
(Zie hier mijn opiniestuk in Trouw van vandaag, 25 februari over Walmart en het Europese minimumloon)
Beroemd, ja zelfs berucht zijn ze om hun lage lonen en armzalige werkomstandigheden. Een voorbeeld van hoe het niét moet. Toch heeft de Amerikaanse supermarktgigant Walmart een stap gezet waar Europa nog wat kan leren: de verhoging van het minimumloon van de laagbetaalden van $7,23 naar $10.
Winkelpersoneel en werknemers van fast-foodrestaurants in de VS moeten ook vaak een tweede baan nemen of een uitkering vragen om rond te komen. President Obama deed daarom de oproep om het minimumloon te verhogen naar $10,10. Dat is goed voor de koopkracht en dus voor de opleving van de economie.
Walmart volgt nu de oproep van President Obama in zijn ‘State of the Union’ van januari. Naast hogere lonen pleitte hij toen ook voor meer baanzekerheid, zwangerschapsverlof, betaalbare zorg, kinderopvang en een grotere rol voor vakbonden. De VS oriënteren zich op een sociale markteconomie zoals wij deze in Europa kennen. Of kenden, want die fundamentele sociale verworvenheden zijn aan onze kant van de Atlantische oceaan in zwaar weer beland.
Binnen de EU zijn er enorme verschillen in minimumloon. Het loopt uiteen van €174 per maand in Bulgarije tot €1921 per maand in Luxemburg (Eurosat juli 2014). Lidstaten beconcurreren elkaar op loonkosten en arbeidsvoorwaarden. Malafide bedrijven maken hier handig gebruik. Via schijnconstructies zorgen ze er voor dat ze met de goedkoopste werknemers aan de slag gaan.
Het risico bestaat dat de werkgevers van de Europese Commissie nog meer speelruimte krijgen. Het streven naar het ‘verminderen van onnodige regeldruk’ voor het bedrijfsleven zet de bescherming van werknemers onder druk. Regels op het terrein van gezondheid en veiligheid, maar ook van inspraak en medezeggenschap worden ‘herzien’.
Het is duidelijk dat de VS zich in een totaal andere situatie bevinden. De Amerikaanse economie herstelt snel, terwijl die van de EU maar langzaam overeind krabbelt. Maar betekent niet dat we – ten koste van de werknemer – door moeten gaan met bezuinigen en hervormen van de arbeidsmarkt.
Met de opkomst van partijen zoals Syriza in Griekenland en Podemos in Spanje, is het duidelijk dat mensen snakken naar wat ruimte om te kunnen ademen na een verstikkende crisis. De Amerikanen snappen goed dat voor economische groei reële koopkracht nodig is. Europa moet er dus voor waken niet op een dwaalspoor van deflatie en economische stagnatie terecht te komen.
Het is natuurlijk te gek voor woorden dat we een Amerikaanse multinational als Walmart in Europa als voorbeeld moeten nemen. Waar zijn we dan zelf mee bezig? Juist nu President Obama zich in de VS hard maakt voor sociale rechten van werknemers, kan het niet de bedoeling zijn dat wij de onze opgeven.
Ook de Europese Commissie van Jean-Claude Juncker moet dit inzien. Het is de hoogste tijd dat de Europese Commissie geloofwaardige stappen neemt om het Europese sociale model te hertstellen.
Daar hebben we Walmart niet voor nodig.