Door op 2 april 2016

Associatieverdrag is meer dan een tekst, het is een politieke handeling, Tom Eijsbouts

 

 

 

 

 

 

Het referendum over het associatieverdrag leidt tot vele vormen van antipolitiek, zoals moralisme, messianisme en commercialisme. Een nog niet goed ontdekte vorm is tekstualisme: fixatie op de tekst van het akkoord als laatste waarheid en beoordelingsgrond ervan.  

Het is moeilijk te zeggen wat erger is aan het referendum over het akkoord met Oekraïne, de angst van het Kabinet-Rutte-Asscher om de eigen Europese besluiten voor het volk te verdedigen of het feit dat wij de regering haar lafhartigheid niet kunnen aanrekenen. Als een regering haar besluiten niet verdedigt voor het parlement, dan wordt ze weggestuurd. Daarmee is de frustratie vereffend en de lei schoongeveegd. Maar de eventuele tegenstem bij dit referendum heeft geen gevolg voor het kabinet en evenmin voor het associatieverdrag.
Is het daarom eigenlijk niet nog betreurenswaardiger dat het parlement geen consequenties gaat verbinden aan een overwinning van de tegenstanders door ten minste een minister weg te sturen, om onze frustraties te vereffenen? Of is de onmacht van de Nederlandse regering om haar eigen bevolking te overtuigen van het Europese project het kwalijkst? Nee, het kan altijd erger: wanneer een overwinning van het tegenkamp net als in 2005 gevierd wordt als een triomf van de democratie.
Zolang het kabinet het associatieverdrag niet als een politiek besluit in onze politieke arena verdedigt, zie ik het somber in. In het vorige nummer schreef Wout Cornelissen over zijn verlangen naar politiek. Daar kan ik geheel mee instemmen, al zoek ik zelf het hart niet alleen in het verhaal, maar vooral in het compromis. Dan zie je namelijk gemakkelijker dat het associatieakkoord een vorm van pure EU-politiek is. En dan blijkt ook hoe dit referendum zowel regering en volksvertegenwoordigers, als het publiek kan weglokken van de politiek.

Het nut van referenda

Aan het referendum op zichzelf ligt het niet. Het referendum kan een goed middel zijn in een volwassen politiek bedrijf. Bijvoorbeeld als de zittende macht door interne verdeeldheid in een impasse is beland. De uitslag geeft dan één kant en doorbreekt de impasse. Omgekeerd kan de uitslag, wanneer het hele bestuur op het spoor zit van een omvattend en wereldvreemd plan, zo’n proces corrigeren. Het Amsterdams referendum van 1995, over de stadsprovincie is hiervan een mooi voorbeeld.
In deze beide gevallen heeft het referendum een duidelijk en voorzienbaar effect in de ene of andere richting. De kiezers hebben zich uitgesproken en de zittende macht weet hoe hij verder kan. Anders stapt het bestuur op en wordt een nieuw bestuur gekozen.
De politieke besluitvorming loopt in deze gevallen vast of loopt uit de hand. Met referendum wordt de verhouding tussen de twee grote drijfkrachten van de politiek hersteld. Een directe vorm van vertegenwoordiging helpt de zaak dan weer op gang en herstelt de coalities van bestuursverantwoordelijkheid.
Bij het akkoord met Oekraïne gelden deze overwegingen niet. Het associatieverdrag is een onmiskenbaar blijk van handelingsvermogen van de Europese Unie: geen impasse, maar prestatie.
Het akkoord is evenmin een tunnelvisie die moet worden ontmaskerd. Dertig zeer diverse partijen, waaronder Oekraïne, de EU en haar lidstaten, zijn het na onderhandelingen op een moeilijk en belangrijk moment eens geworden, Dat is de kunst van het compromis, onder druk van de omstandigheden. Allerminst een tunnelvisie, dit akkoord is politiek handelen: pure politiek.

Meer dan een tekst

In deze situatie biedt dit referendum eigenlijk een eenvoudige keuze. Namelijk tussen het zien en accepteren van politiek handelen op Europees niveau in een lastige en riskante situatie, én het afwijzen van dit akkoord als vorm van politiek handelen. Die afwijzing kent evenwel verschillende vormen.
De variant van onze premier komt erop neer dat het akkoord wordt beschouwd als een niet te missen commercieel voordeeltje. Een andere vorm van afwijzing is te vinden in het idee dat een ‘Nee’ Nederland en Oekraïne vanwege de ‘almaar uitdijende Brusselse technocratie’, tegen zichzelf in bescherming neemt. Dat is antipolitiek: moralisme of zelfs messianisme.

HET ASSOCIATIEVERDRAG IS EEN MOOI STAALTJE HOGESCHOOL-POLITIEK

Een meer verkapte manier om het politieke karakter van dit akkoord af te wijzen bestaat ten slotte in het idee dat het akkoord moet worden beoordeeld op zijn tekst. Nu is dit een belangrijk element van de politieke handeling, maar allerlei cruciale aspecten zijn in de tekst niet meer te vinden: de hachelijkheid van het moment en van de politieke context en het feit dat er überhaupt een akkoord is tussen die dertig partijen, nog geheel afgezien van de inhoud.
De moeizame overeenkomst tussen dertig partijen poogt een gevaarlijke situatie aan de oostgrens te stabiliseren. Voor al deze landen en voor de Europese Unie was er geen alternatief. Niet voor Polen, dat de Russen graag in de wielen rijdt, en niet voor Griekenland, Cyprus en Bulgarije, die Moskou het liefst te vriend houden. Gezien de complexe verhoudingen was geen ander verdrag haalbaar, ook niet voor de Nederlandse regering. Deze gegevens zijn in deze situatie politiek belangrijker dan de tekst alleen.
Nogmaals: er is niets tegen om het associatieverdrag te gaan lezen, integendeel. Maar om de betekenis van dit akkoord beter te doorgronden is het essentieel om de politieke handeling te beoordelen. Door goed de krant te lezen zijnde de context, de situatie en daarmee de samenhang tussen tekst en handeling te begrijpen.
Het zoeken van zekerheid in de tekst alleen is een bekend recept voor oogkleppen, irritatie en schijnzekerheid – zaken die we kennen van de verschillende fundamentalisten. De zekerheid is doorgaans negatief en onverzoenlijk. Geen wonder dat het tegenkamp zich in de nestelt en de discussie zo graag hierheen trekt.

Frustraties kweken over “Brussel”

Als de tegencampagne lukt, zal het onze politici beschamen en het kabinet in verlegenheid brengen. Die overeenkomst is er al en gaat niet weg. Het overgrote deel is EU-bevoegdheid en daarvoor is geen nationale ratificatie nodig. Ons nee geeft alleen een hoop juridisch gedoe en tekstueel pleisterwerk. Veel goodwill bij juristen, EU-lidstaten en Oekraïne gaat verloren , terwijl Poetin zich verkneukelt.
Tegelijkertijd kun je de klok op gelijkzetten dat een Nee wordt gevolgd door een triomfantelijk klagend “Zie je wel” van het tegenkamp en verse verongelijktheid onder de bevolking. Net als na 2005. Het kweken van frustratie over de Europese politiek is eigenlijk het enige programma achter dit referendum. Een goed betaald programma, overigens, want welk risico lopen de subsidietrekkers eigenlijk, tegenover de kosten waarmee ze ons opzadelen?
Als zelfs onze partijgenoten-politici dat alles laten gebeuren, tot het laatst halfhartig of onverschillig blijven bij zo’n cruciale politieke kans, zou dat wel het ergste zijn. De kans is er tot 6 april.

Tom Eijsbouts, Redacteur S&D

S & D, Jaargang 73 Nummer 1, Februari 2016 

tom_eijsbouts_-_associatieverdrag_is_meer_dan_een_tekst_het_is_een_politieke_handeling