Door op 1 februari 2015

Congrestoespraak Paul Tang

 

 

 

 

 

‘Ik ben er trots op dat wij als partij kiezen voor iedereen en niet voor doelgroepenmarketing of één bevolkingsgroep. Dat wij de partij die moed hebben. Dat wij juist de partij van de doorbraak zijn. Dat wij de zijn die moed hebben. Dat wij de partij zijn die verschillen willen doorbreken en overbruggen.’ Dat zei Paul Tang in zijn Congrestoespraak.

Beste, lieve partijgenoten,

We zijn net bezig geweest met een wirwar van moties. Maar wat mij nog het meest bezighoudt is de wirwar van emoties. Ik weet niet hoe het jullie is gegaan na de aanslag in Parijs, maar bij mij speelde verschillende emoties: ongeloof en verbijstering gevolgd door afschuw, afgrijzen en onrust.

Maar er was ook een ander gevoel: een gevoel van vastberadenheid. Want dit was een aanslag op mij, op ons, op onze samenleving. Dit kon niet onweersproken blijven.
Daarom was ik blij dat ik op de avond van die verschrikkelijke woensdag op Place Lux, het plein voor het Europees Parlement kon staan. Met parlementariërs, medewerkers, van elke partij, om bij elkaar te komen, om onze vastberadenheid en eenheid te tonen. Wetende dat diezelfde avond in Frankrijk en elders vergelijkbare bijeenkomsten waren. Daarom was ik zo blij dat ik de volgende dag op de volgestroomde Dam kon staan. Wetende dat op meer dan 30 plekken in Nederland vergelijkbare bijeenkomsten waren. Dat gaf een gevoel van vastberadenheid en eenheid in vastberadenheid om onze vrijheid van meningsuiting te verdedigen. Ik koester dat gevoel van vastberadenheid en eenheid, die voor mij samenkomt in de woorden: Je suis Charlie.

Maar zal die eenheid stadhouden? Zullen er niet mensen angst en tweedracht zaaien? Zijn er niet mensen die angst en tweedracht vrezen? Ik sprak een oud-collega. Al onze gesprekken waren tot nu toe beperkt tot economie en crisis. Dit keer niet. Dit is een Hollandse jongen, getrouwd met een moslima en zijn kinderen gaan naar een moskee. Dit keer, trok hij direct van leer. Hij zei: “Dat had Achmed Aboutaleb niet moeten zeggen.” Waarom moet moslims uitleggen dat ze geen radicaal of terrorist zijn? Waarom hoeven Fransen niet uit te leggen dat ze geen terrorist zijn? Waarom hoeven Noren niet uit te leggen dat ze geen Breivik zijn?

In tegenstelling tot mijn oud-collega vond ik het optreden van Ahmed Aboutaleb wel sterk en treffend. Maar ik begreep hem wel. Zijn kinderen vragen zich af waarom er mensen die hun moeder het land uit willen hebben. En zij, vrouw en moeder is ook niet zeker, want ze heeft na meer dan tien jaar alsnog haar Nederlandse paspoort gehaald. Je weet maar nooit.

Dit zijn de mensen die angst en tweedracht vrezen: Natuurlijk vrezen ze dat. Ze kunnen Geert Wilders horen pleiten voor stop op migratie, en ik hoorde deze week in het Europees Parlement Nigel Farrage spreken over de vijfde colonne. Natuurlijk vrezen ze dat. En daar ligt een opdracht voor ons allemaal, voor jullie en voor mij. Dat moeten we ons realiseren, juist in deze tijden. Als Partij van de Arbeid hebben we van oudsher de opdracht om bruggen te slaan tussen mensen en bevolkingsgroepen. Wij willen mensen niet uitsluiten. Wij zijn de partij van de verbreding.

Beste partijgenoten, we zijn de partij van de doorbraak. Onlangs herhaalde ik in het NRC de woorden van Willem Banning, één van de oprichters. Hij vroeg zich af. Wordt het niet de hoogste tijd dat wij de moed opbrengen  om het denken in blokken te vervangen in het denken in gemeenschappelijke verantwoordelijkheid, met behoud van menselijkheid?

Toen, bijna 70 jaar geleden had de Partij van de Arbeid die opdracht. Nu hebben wij die opdracht nog steeds. Gelovig of niet, arm en rijk, jong en oud, hoog- en laagopgeleid. Worden die verschillen niet steeds groter?

Het Sociaal Cultureel Planbureau constateert in elk geval dat Nederland in verschillende lagen, langs elkaar heen leeft. Ik zie het in mijn buurt. De Coffee Company en Café Pleinzicht. Bij de Coffee Company worden ’s ochtends de MacBooks opgeslagen en Latte Macchiato’s besteld, bij café Pleinzicht wordt “een bakkie troost” gedronken en misschien stiekem nog een sigaretje gerookt. Zouden deze mensen elkaar ooit tegenkomen, elkaar ooit spreken?

Het verbrokkelen van de samenleving in verschillende lagen is een probleem op zich, maar is zéker een probleem voor linkse partijen. Waar linkse partijen solidariteit centraal hebben, zet rechts het individu voorop. Het is ons verhaal van solidariteit tegenover het ego-individualisme van VVD en D66 en het nationaal-individualisme van de PVV. Elk van die partijen sluit mensen uit!

Mensen die hun wortels buiten Nederland hebben liggen. Mensen die in de economische wedloop het onderspit delven. Mensen die ondanks het harde werken niet het eerlijke loon naar werk krijgen. Dat mag de Partij van de Arbeid niet laten gebeuren!

Dat is een moeilijke opdracht; Willem Banning zei het al: daarvoor is moed voor nodig. Moed om je niet te verschuilen in je eigen groep en je eigen gelijk. Moed om je te verplaatsen in de positie en het gelijk van een ander. Hoe moeilijk dat soms ook is, ik weet dat die moed te vinden is in deze zaal. Ik weet dat die moed te vinden is in de Partij van de Arbeid.

Beste, lieve partijgenoten, Er breken spannende tijden aan. Er komen verkiezingen. Ja, 18 maart. Maar ook 25 januari, 7 mei en 27 september. Er staat daarbij veel op het spel. Griekenland in of uit de euro. Het Verenigd-Koninkrijk in of uit de EU; Catalonië in of uit Spanje. Het laat zien dat de crisis de tegenstellingen heeft vergroot, dat de crisis de onderlinge banden heeft verzwakt en zeker de Europese solidariteit heeft aangetast.

Het laat ook zien dat Europa niet kan volstaan met een beleid van alleen bezuinigen en hervormingen. Het is niet voor niets dat in Griekenland en in Spanje Syriza en Podernos in korte tijd de uitdagers van de gevestigden partijen zijn geworden. Het laat ook zien dat als samenlevingen verbrokkelen de Europese samenwerking het eerste slachtoffer zal zijn.
Dus, als jullie werken aan solidariteit en verbinding in jullie dorp of stad, in jullie provincie, in ons land, werken jullie ook aan Europese samenwerking.

En, beste partijgenoten, daaraan werken wij in Brussel. Daar strijden wij, de sociaal-democraten in het Parlement en in de Commissie voor een ander Europa, strijden wij voor misschien wel de laatste kans voor Europa.

Dat is niet het Europa van markt en munt waaraan de christen-democraten en liberalen zo aan hechten. Het is een Europa van en voor mensen. Dat is niet het Europa van bedrijven. Het is een Europa voor iedereen. Waar nieuwe investeringen en goede banen voorop staan. Waar markten duidelijke grenzen kennen, door banken aan banden te leggen, door schijnconstructies op de arbeidsmarkt op te ruimen, door belastingontwijking tegen te gaan, door vervuilde energie terug te dringen.

Die strijd voeren we niet voor één groep in bevolking, of één blok van kiezers. Die strijd voeren we voor iedereen.

Vrijheid van meningsuiting is voor iedereen. Daarom ben ik trots op Kati Piri, die als rapporteur voor Turkije het Europees Parlement achter zich wist te verzamelen in de veroordeling van twee opgepakte Nederlandse journalisten en van beperkingen op de persvrijheid in Turkije. Eerlijk werk, een fatsoenlijk loon onder goede omstandigheden, is voor iedereen. Dat geldt ook voor Nederlandse vrachtwagenchauffeurs in Hongaarse dienst en voor Portugese bouwvakkers in Nederland. Daarom ben ik trots op Agnes Jongerius, die als een terriër vastbijt in de strijd tegen sociale dumping.

Werk is voor iedereen. Dat mag geen voorrecht voor hoogopgeleiden zijn. Daarom heb ik samen met mijn 190 collega’s steeds gezegd dat banen en groei niet bij mooie woorden mogen blijven. En ik ben er dan ook trots op dat door onze druk de Europese Commissie deze week een uitgewerkt investeringsfonds van €315 miljard presenteerde en een verruiming de te rigide begrotingsregels bekend maakte.

Ik maak me geen illusie. Dat is nog niet genoeg. Dat is nog lang niet genoeg om de werkloosheid onder de 5% te brengen. Daarvoor zullen landen, ook Nederland, moeten bijdragen aan het fonds. Maar de stap van deze week is ook een breuk. Niet langer alleen bezuinigen en hervormen, maar ook echt investeren, in broodnodige groei en banen. Dat is een stap in de goede richting, maar ook een breuk met het verleden.

Tot slot, beste lieve partijgenoten,

Ik ben er trots dat wij als partij kiezen voor iedereen, en niet voor doelgroepmarketing of voor één bevolkingsgroep. Dat wij de partij zijn die moed hebben. Dat wij juist de partij zijn van de doorbraak zijn. Dat wij de partij zijn die moed hebben. Dat wij de partij zijn die verschillen willen doorbreken en overbruggen. Want wij zijn de partij van zowel de Coffee Company als van Café Pleinzicht. Wij zijn de partij van de Latte Macchiato en van de “bakkie troost”. Wij zijn de partij van de van de kerk en de synagoge  en de moskee. Wij zijn de partij van de eenheid en de solidariteit. Wij zijn de Partij van de Arbeid.

PvdA_Tang_Congrestoespraak Paul Tang 2015 (1)