Door op 15 november 2015

Europa moet weer het sociale continent worden, Agnes Jongerius, Rene Couperus

 

 

 

 

 

De Europese Unie is ooit opgericht om vrede, veiligheid en voorspoed te brengen voor de bevolking van ons continent. Helaas moeten we concluderen dat het met dat laatste, voorspoed voor allen, sinds de eurocrisis niet goed gaat. Vooral in de zuidelijke lidstaten is de werkloosheid tot duizelingwekkende hoogten gestegen; in Spanje en Griekenland is er voor jongeren geen enkel perspectief en neemt de sociale ongelijkheid schrikbarend toe. Maar ook in veel andere lidstaten stijgt de werkloosheid, de armoede en is er een groeiende kloof tussen arm en rijk. Dus ook in het ‘rijke’ Noorden. Het monetair-gefixeerde Europa heeft daar weinig anders tegenover weten te stellen dan het hardvochtige medicijn van bezuinigen, bezuinigen en nog eens bezuinigen. Een voortdurende aantasting van zekerheden en toekomstperspectief van gewone Europeanen, die tegelijk zien hoe het Europese bankenstelsel wel zekerheid en toekomstperspectief wordt geboden.

De Europese bevolking voelt de onzekerheid toenemen in een snel globaliserende wereld en vlucht naar de politieke extremen; vooral de mensen die ook echt iets te verliezen hebben, de laagopgeleiden, de armen en de werklozen. Europa was ooit het schijnend voorbeeld van de wereld, onze sociale welvaartstaten werden in de rest van de wereld met jaloezie bekeken. Helaas staat dit alles nu onder druk. Onder druk van een te eenzijdige beleidsvisie vanuit de Europese Commissie wordt enkel en alleen ingezet op competitiviteit. Concurrentievermogen boven alles, en als het niet linksom kan dan rechtsom. In de periferie van de Unie dalen de lonen en het besteedbaar inkomen al jaren en komen steeds meer mensen in de armoede terecht. Maar ook in het welvarende centrum staan onze verworvenheden steeds meer onder druk. En dat terwijl Europa juist altijd het continent is geweest dat trots is op de sociale waarden en de verworvenheden die onze voorouders door strijd hebben verkregen. Daarom moeten we nu onze hakken in het zand zetten en Europa op een andere koers zien te krijgen. Tegen het Europa van sociale afbraak en ’race tot he bottom’. Voor een Europa dat het beste van de nationale verzorgingsstaten in zich verenigt.

Het Europese bestuur kan hier op drie manieren aan bijdragen:

1. De juiste investeringen toelaten.
Op dit moment hebben we in de Europese Unie de regel dat het begrotingstekort van landen niet hoger mag zijn dan 3%. Op zichzelf geen slecht idee, want we willen de rekening ook niet aan onze kinderen en kleinkinderen presenteren. Helaas is het wel zo dat lidstaten die het al moeilijk hebben (denk aan de opvang van vluchtelingen!) soms niet de juiste investeringen kunnen doen, of zelfs moeten bezuinigen op essentiële voorzieningen die in de toekomst juist iets opleveren! Je kunt denken aan infrastructuur, onderzoek en onderwijs en een activerende sociale zekerheid. Dergelijke maatregelen zorgen voor een sterkere sociale fundering en zijn op termijn juist goed voor economie. Daarom pleiten wij er ook voor om zulke “goede”, sociaal-productieve investeringen minder rigide te koppelen aan de drie procentnorm.

2. Een sociaal continent met minimumstandaarden.
Het draagvlak voor het Europees Project zal er erg mee gediend zijn, als we ervoor kunnen (blijven) zorgen dat de lidstaten in Europa opwaarts convergeren. Dat wil zeggen dat arme landen en rijke landen steeds meer naar elkaar toegroeien, zonder dat dat ten koste van de al bereikte standaarden in de verder ontwikkelde landen. Een Nederlandse lasser en een Bulgaarse lerares zouden net zoveel baat bij Europa moeten hebben, en niet elkaars concurrent moeten zijn. Op dit moment hebben we in Europa regels die een 48-urige werkweek garanderen, die bij grote bedrijven een ondernemingsraad verplicht stellen, en die het gebruik van bepaalde giftige stoffen verbieden. Waarom durven we ook op sociaal vlak geen ondergrenzen aan te geven? In Sociaal Continent Europa zou niemand een onleefbaar loon mogen verdienen, en terecht mogen komen onder het bestaansminimum van het betreffende land. Zou geen kind in armoede mogen opgroeien. Zouden bedrijven overal gewoon eerlijk hun deel aan belastingen moeten betalen. Waarom worden we niet weer dat sociale continent waar niet het kapitaal maar de mensen voorop staan? Tijd voor het herstel van balans.

3. Gelijk loon voor gelijk werk.
Deze klinkt erg logisch. Zo logisch dat het bedrijfsleven het er niet mee eens is. Het is eigenlijk heel eenvoudig: iemand die in Nederland werkt, krijgt een Nederlands (cao)loon betaald. Toch is dit nog niet goed geregeld in Europa, en hebben we te maken met mistanden als oneerlijke concurrentie en uitbuiting. Ook hier snijdt het mes aan twee kanten. De Nederlandse vrachtwagenchauffeur raakt zijn baan niet kwijt en de Bulgaarse chauffeur hoeft niet weken achtereen in zijn cabine te wonen voor een hongerloontje. Ook hier geldt: geen concurrentie ten koste van elkaars leefwaardigheid, maar een eerlijker Europa waarin we er allemaal op vooruit kunnen gaan.

Hoe nu verder?
Uiteindelijk is een continent waar mensen zich niet onzeker voelen en waar ze op bestaanszekerheid kunnen rekenen ook een continent dat economisch floreert en groeit. Een continent waar iedereen uitzicht heeft op een beter leven voor zichzelf en voor zijn kinderen; of je nou woont in Napels, Łódź of Rotterdam. ‘Brussel’ moet daar dan wel de ruimte voor geven en de voorwaarden voor scheppen. Het is aan de Partij van de Arbeid om, in de Europese familie van sociaal-democraten, scherper te ageren voor een ander Europa. Om een Europa te bevechten dat weer dichter bij de sociaal-democratische waarden en principes komt te staan. Als Europa niet meer is dan louter een Interne Markt en een Muntunie verliest het zijn sociale ziel. Wanneer lidstaten niet langer tegen elkaar kunnen worden uitgespeeld om loon, arbeidsvoorwaarden en belastingvoordeeltjes zijn we allemaal beter af. Europa is opgericht om vrede, veiligheid en voorspoed te brengen voor al haar inwoners en moet dit opnieuw gaan waarmaken.

Agnes Jongerius is politicus voor de PvdA en lid van het Europees Parlement. René Couperus, columnist en senior-wetenschappelijk medewerker bij de Wiardi Beckman Stichting.

Dit artikel werd besproken op de PvdA Politieke Ledenraad van 12 november, in Amersfoort.