Door op 23 juli 2013

Europees denken als Vredeling. Bernard Naron

Er zitten een paar hardnekkige weeffouten in de Europese interne markt die de oprichting van een sociaal Europa in de weg staan. Zo zijn nationale overheden steeds vaker het verlengstuk “hun” multinationals aan het worden en zijn ze daardoor meer verantwoordelijk voor de concurrentiepositie van bedrijven.
In de Verengde Staten concurreren de staten ook onderling met elkaar. Zo is het fiscaal het meest gunstig om als bedrijf in de staat Delaware te zetelen, met als gevolg dat de meeste grote bedrijven in die staat geregistreerd staan. Andere staten bieden weer andere voordelen.
Dit systeem kent wel een keerzijde: sommige staten verliezen de concurrentieslag. Bedrijven trekken dan naar andere staten en de werknemers verhuizen dan mee. De Amerikanen geloven dat deze vlucht uiteindelijk leidt tot economische heroriëntatie en hernieuwd concurrerend vermogen. Om de sociale misère van deze overgang te overbruggen, hebben ze wel hun socialezekerheidsstelsel gefederaliseerd. Het maakt dus niet uit in welk deel van de VS je je begeeft, overal heb je recht dezelfde sociale bescherming.
Anders dan in de VS ontbreekt het de EU aan één socialezekerheidsstelsel. Sterker, de verschillen tussen de lidstaten zijn momenteel te groot om een dergelijk stelsel op te tuigen. Politiek is er ook weinig animo voor meer Europa op dit terrein. Multinationals hebben vrij spel in hun internationale zoektocht naar de goedkoopste arbeid en dwingen landen hun nationale welvaartsstaat aan te passen. Overheden concurreren daardoor (bewust) mee met het internationale bedrijfsleven.
In een ver verleden is een poging gedaan om deze concurrentie tussen lidstaten te laten afnemen en de mededinging tussen bedrijven te vergroten. Henk Vredeling, oud PvdA-eurocommissaris voor Sociale Zaken deed eind jaren zeventig al een poging om bedrijven los te weken van ‘hun’ lidstaten. Zijn voorstel was gebaseerd op de gedachte dat elk bedrijf  met meer dan duizend werknemers en activiteiten buiten de nationale landsgrenzen, verplicht geregistreerd moest worden als Europese bv. Deze Europese bv zou dan moeten voldoen aan Europese regels, waaronder ook regels met betrekking tot medezeggenschap en bescherming van werknemers.
Voor Vredeling was het het belangrijk dat werknemers zich beter konden organiseren binnen de steeds internationaler opererende bedrijven. Hij had een visie over een Europese bedrijfscultuur, met een sterke medezeggenschap en losgetrokken van nationale overheden. Vredelings vorm van denken zijn we kwijtgeraakt. Sociaal Europa betekent voor iedere lidstaat iets anders en nadenken over een uniforme aanpak van sociaal beleid wordt politiek als gevaarlijk gezien. Bedrijven zien we niet meer als op winstmaximalisatie gerichte entiteiten, maar vooral als scheppers van werkgelegenheid en vertegenwoordigers van het nationaal belang. De diplomatie richt zich steeds meer op ondersteuning van multinationals die veel invloed en geld met zich meebrengen. In de meeste lidstaten zitten bedrijven zelfs op de stoel van de regering, sprekend over ‘kansen en welvaart’.
Het wordt tijd dat we weer gaan nadenken over een andere interne markt, waar multinationals moeten voldoen aan een Europese bedrijfscultuur en waar werknemers dezelfde bescherming genieten, ongeacht hun nationaliteit. Een dergelijke Europese blauwdruk bestaat in de vorm van de Societas Europaea (SE). Deze Europese rechtspersoon is echter vrijblijvend en minimaal ingericht. Veel multinationals blijven de verschillen in de EU als voordeel zien, lekker schuivend met winsten en schakend met reorganisaties. Het zou een grote stap vooruit zijn wanneer multinationals zich verplicht als SE moeten registreren. Weg van de complexe structuren waarin overheden en werknemers het nakijken hebben.
Op termijn zouden we zelfs kunnen nadenken over een systeem van belastingheffing bij deze SE’s. Bijvoorbeeld via een ‘multinationale heffing’ die bestemd is voor Europees sociaal zekerheidspotje, waarbij de opbrengst ten goede komt aan de bescherming van werknemers die hun baan kwijtraken door een reorganisatie of faillissement van een SE.
Het is vreemd dat de VS een veel homogener stelsel kennen dan de EU, waar de welvaartsstaat is uitgevonden. Amerikanen snappen beter dat een dergelijk stelsel stabiliteit en dus banen oplevert. Gezien de huidige verhoudingen ligt de Europese belastinginning mijlenver van ons bed. Toch kunnen we een begin maken van een beter model , door de SE socialer aan te kleden en multinationals te verplichten onder dit model zaken te doen.

Bernard Naron
Werkzaam voor de PvdA Europa delegatie

Uit S&D nr. 4 2013