Frits Bolkestein, Europa en het Amerikaanse overwicht
Naar aanleiding van het Tweede “Europese Diner” met de heer Frits Bolkestein op woensdag 29 juni jl., een artikel uit S & D van 2003, van de heer F. Bolkestein.
Europa en het Midden-Oosten na de oorlog in Irak
Ik herinner aan enkele koppen van krantenartikelen. ‘Amerikanen eenzaam in boze wereld’. ‘Alliance in a troubled mood’. Of: ‘Wie kan zijn hoofd nog koel houden. Het eerste en het derde artikel werden gepubliceerd in 1980, het tweede in 1981. We hebben dus al eens eerder met het bijltje van Europees Amerikaanse irritaties gehakt.
In de vroege jaren tachtig was er de controverse over de kruisraketten. De toenmalige Nederlandse regering werd geconfronteerd met een golf van pacifisme. De voornaamste reden voor dat pacifisme was de ontkerkelijking, waardoor zendelingsijver van de andere op deze wereld werd gericht. Talloze mannen en vrouwen omarmden nieuwe waarden – authenticiteit, vrijheid, dialoog – met de bezieling van de bekeerden. “Ik vind macht eng”, aldus Bram Peper, destijds burgemeester van de grootste haven ter wereld. Het leek alsof Rousseau weer tot leven was gewekt.
Maar de stationering van de SS-20 door de Sovjet-Unie was een poging tot politieke intimidatie met militaire middelen, waarop het Westen wel móest reageren.
De Amerikaanse journalist Robert Kagan schreef onlangs een niet onopgemerkt artikel waarin hij Europa vergeleek met Venus en de Verenigde Staten met Mars. Hij beweert daarin dat de partijen aan weerszijden van de Atlantische Oceaan niet langer een gezamenlijke strategische cultuur delen. De Europese Unie wil de Verenigde Staten multilateraliseren. Zij wil debehemoth bedwingen door een beroep te doen op zijn geweten. Maar dit is de tactiek van de zwakkere. Europa streeft niet naar macht, maar de transcendentie van de macht. Dat is haar nieuwe mission civilisatie. De Verenigde Staten maken de gerechten, de Europese Unie doet de afwas, aldus Kagan. Op dit punt heeft Nederland de weg gewezen. Mient Jan Faber Secretaris van het Interkerkelijk Vredesberaad zei begin jaren tachtig: ‘Het probleem van de kernwapens is slechts het begin. Wij zijn in werkelijkheid geïnteresseerd in veel meer: de totstandkoming van een totaal andere cultuur’.
De enige supermacht
Het is alles een zaak van wat de Russen altijd ‘de machtsverhoudingen’ noemden. In de vijftig jaar van 1620 tot 1870 waren de Verenigde Provinciën, zoals Nederland destijds heette, een wereldmacht: politiek, cultureel, wetenschappelijk en ter zee. Maar toen eiste het ‘imperium dat zijn hand overspeelt’, om die uitdrukking maar eens te gebruiken, zijn tol. De Verenigde Provinciën konden de Sont niet langer afsluiten voor Zweden. Dus wendden zij zich tot het recht. De rechtsorde nam het toen op voor de zwakkere. Ook kon Nederland hierdoor aanspraak maken op morele superioriteit. Honderd jaar geleden noemde de bekende Nederlandse Hoogleraar Internationaal Recht Van Vollenhoven Nederland ‘een baken van licht in een duistere wereld’.
De machtsverhoudingen tussen Europa en de Verengde Staten zijn meer dan duidelijk en de cijfers inmiddels welbekend. De Verenigde Staten besteden meer aan militair onderzoek en ontwikkeling dan de volgende zes grootmachten samen. Dit bedrag is meer dan Duitsland of het Verenigd Koninkrijk in totaal aan defensie besteden. De Amerikaanse economie is tweemaal zo groot als die van haar grootste concurrent Japan. Californië is zonder de rest van de Verenigde Staten de vijfde grootste economie ter wereld. En de Verenigde Staten betalen hun militair overwicht met slechts 3,5 procent van het Bruto Binnenlands Product. Zoals de historicus Paul Kennedy schreef: “Nummer één zijn en daar veel voor betalen is één ding, maar de énige supermacht zijn voor een prikje is verbluffend”.
De Verenigde Staten hebben dus geen rivaal van enige omvang als het om de macht gaat. Niet alleen dat, aldus de Amerikaanse politicologen S.G. Brooks en W.C . Wohlforth, maar daar komt nog eens bij dat de voornaamste potentiële rivalen – China, Rusland en Japan – hun militairen vermogens niet kunnen vergroten zonder tegelijkertijd tot een onmiddellijke bedreiging uit te groeien voor hun buren. Het Amerikaanse overwicht wordt dus in stand gehouden door regionale jaloezie
Na de grote Europese Burgeroorlog van 1914 – 1945 verloor Europa zowel de middelen als de zin voor machtspolitiek. Dit leidde ook tot een verlies van zelfvertrouwen, dat voortduurt tot op de dag van vandaag. De laatste poging tot een onafhankelijk buitenlands was het Frans-Britse optreden in Egypte in 1956, dat mislukte doordat Amerikaanse steun uitbleef. Amerikaanse staatslieden van de Achtende en Negentiende eeuw beweerden dat het machtsspel van Europa en zijn duistere diplomatie hen met afschuw vervulde. Nu is de situatie omgekeerd.
DE EUROPESE UNIE WIL DE VERENIGDE STATEN MULTILATERALISEREN. ZIJ WIL DE ‘BEHEMOTH’ BEDWINGEN DOOR EEN BEROEP TE DOEN OP ZIJN GEWETEN. MAAR DIT IS DE TACTIEK VAN DE ZWAKKERE
Intussen heeft de Europese integratie ervoor gezorgd dat de eens met elkaar concurrerende nationale staten een geheel vormen. Dit is een verschijnsel van kapitaal belang. Het heeft een einde gemaakt aan de opportunistische politiek van Bismarck. Het heeft Duitsland genormaliseerd. Amerikaanse soldaten hoeven niet meer hun leven te geven om het evenwicht op dit continent te handhaven. De Europese Unie oefent op dit moment een grote aantrekkingskracht uit op alle aangrenzende landen. Economisch is de Europese Unie een wereldmacht. Maar politiek en militair is zij een regionale macht, als zij dat al is. Denk aan de onzekerheid ter zake van Bosnië.
Hoe reageert Europa op het Amerikaanse overwicht? Een overwicht dat waarschijnlijk alleen maar zal toenemen met de toetreding van de nieuwe lidstaten. Confucius beschreef iemand die een andere man tegenkomt en vraagt: “Waarom ben je boos op me? Heb ik soms ooit iets voor je gedaan? Tweemaal hielpen de Verenigde Staten de democratie in Europa te beschermen. De Europeanen hebben hiervoor dankbaarheid geuit, maar nog veel vaker ergernis. Zoals mijn collega Chris Patten onlangs zei: “Aan deze kant van de oceaan bestaat de neiging van arrogantie onder het mom van raffinement”.
Ons anti-Amerikanisme bestaat uit afgunst en het gevoel dat wij hun iets verschuldigd zijn. Het wordt versterkt door machteloosheid en verstevigd door de hoge zichtbaarheid van het Amerikaanse buitenlandse beleid. De behoefte van de Europese Unie aan een gemeenschappelijk buitenlands- en veiligheidsbeleid wordt vaak verdedigd met het dubieuze argument dat de Europese Unie een tegenwicht moet vormen tegen de Verenigde Staten.
Preventieve actie
Maar soms is de behoefte aan een tegenwicht overweldigend. De geheime droppings van wapens voor de Bosniërs door Amerikaanse vliegtuigen die niet als zodanig herkenbaar waren, in 1995, zijn hiervan een voorbeeld. Deze droppings gingen in tegen de operatie-Deny Flight, de door de Verenigde Naties oplegde en door de NAVO gecontroleerde no-flyzone boven Bosnië. Daarmee bedrogen de Amerikanen hun bondgenoten. Dit kan een rol hebben gespeeld bij de totstandkoming van het akkoord tussen Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk in Saint-Malo.
Hoe zullen de Verenigde Staten hun uitzonderlijke macht gebruiken? In september 2002 presenteerde President George Bush het nieuwe document voor nationale veiligheid, dat een reeks strategische beginselen vaststelt voor de voorzienbare toekomst. Ten eerste wordt de oude doctrine van “inperking en afschrikking” weggegooid en vervangen door preventieve actie “wanneer dat nodig is om onze vrijheid en ons leven te verdedigen”. Het tweede beginsel is het is het reconstrueren van het Midden-Oosten. Ik zal meer zeggen over het Midden-Oosten. Het eerste beginsel behoeft enige uitleg over de nationale staat.
Toen in 1648 de Vrede van Westfalen werd gesloten, werden staten erkend als de elementen waarop de internationale rechtsorde is gestoeld. Non-interventie is sindsdien het leidende beginsel. Dit werd bevestigd in het Handvest van de Verenigde Naties en de Verklaring van 1970, inzake de beginselen van het internationale recht met betrekking tot de vriendschappelijke betrekkingen en de samenwerking tussen staten. Dit beginsel is echter niet onbetwist en ook niet absoluut geldig.
John Stuart Mill schreef in 1867 dat de leer van non-interventie aan herziening toe was. Hulp bieden aan een vrijheidslievend volk dat wordt onderdrukt, voegde hij eraan toe, is geen verstoring van een evenwicht, maar herstelt juist een evenwicht dat is verstoord. Tien jaar later, in mei 1877 sprak de grote liberale staatsman William Ewart Gladstone het Lagerhuis toe over ditzelfde onderwerp. Hij was toen achtenzestig jaar oud. Hij bleef tweeënhalf uur aan het woord. Deze redevoering was volgens velen zijn grootste triomf. Hij bepleitte interventie in Turkije, omdat de Bulgaarse onderdanen van het Turkse Rijk op gruwelijke wijze waren mishandeld. Dit was zogeheten de Oosterse kwestie. Volgens hen was humanitaire interventie noodzakelijk. Interventie om onderdanen van een ander land te hulp komen.
Algemeen wordt verder erkend dat een staat mag interveniëren om zijn eigen burgers in het buitenland te beschermen. Het Duitse optreden op de luchthaven van Mogadishu en dat van Israël in Entebbe waren daarom dus gerechtvaardigd.
Hoewel de aanwezigen in het World Trade Center geen buitenlanders waren en op 11 september niet in het buitenland verbleven, is de Amerikaanse interventie in Afghanistan om Al-Qaida uit te schakelen eveneens gerechtvaardigd. Per slot van rekening is de aanslag op het World Trade Center met een oorlogshandeling gelijk te stellen. Het optreden was overigens verbazingwekkend succesvol. De twijfel die sommigen nog hadden, smolt als sneeuw voor de zon.
Hoe staat het nu met Irak? Ten eerste: het Baath-regime is niet Islamitisch. Het tegendeel is waar: zijn inspiratiebron is seculier en nationalistisch. Natuurlijk, Saddam Hoessein beriep zich op de Islam in zijn oorlog met het Sjiitische Iran, maar dat was een krijgslist. Ik heb ook nergens melding zien maken van banden tussen Al-Qaida en Irak.
Ten tweede: Irak heeft zeker nog chemische wapens – de inwoners van Hallabja, als van hen nog iemand in leven is, kunnen daarvan getuigen – en waarschijnlijk ook biologische wapens. Irak beschikt ook over raketten die tweemaal zover reiken als volgens het daarover gesloten akkoord is toegestaan. Voor zover ik weet, heeft het echter noch de kennis, noch het splijtbare materiaal om een atoombom te bouwen, hoewel de Irakezen daar ongetwijfeld aan werken.
Ten derde: Irak doet zijn best met zijn buurlanden vriendschappelijk om te gaan – uiteraard om de Verengde Staten geen excuus te geven om te interveniëren.
Precedent
Wat betekent dit alles? Saddam Hoessein is een bijzonder onaangenaam persoon. De wereld zou er zonder hem beter aan toe zijn. Zijn raketten kunnen worden geladen met chemische wapens, wat een duidelijke bedreiging vormt voor Israël. Is dat een voldoende duidelijk gevaar om een preventieve oorlog te rechtvaardigen?
Bedenk ook dat de Verenigde Staten niet het enige land is dat een preventieve oorlog kan beginnen. Denk aan India/Pakistan, China/Taiwan, Noord-/Zuid-Korea. Wanneer er eenmaal een precedent is, kan dat moeilijk ongedaan worden gemaakt.
Mijn antwoord is dat voor een preventieve oorlog tegen Irak een Resolutie van de VN-Veiligheidsraad nodig is, ook al worden de Verenigde Staten daardoor gijzelaar van China en Rusland. Er is nu een ander doel. Dat doel is het instellen van Islamitische democratie, aldus Richard N. Haass, directeur beleidsplanning van het State Department. In Amerika hoor je wel: Duitsland en Japan zijn na de Tweede Wereldoorlog ook allebei democratische staten geworden.
Dat is waar , maar de omstandigheden waren volledig anders. De volkeren in het Midden-Oosten zijn altijd onderdrukt geweest. Ze hebben geen enkele ervaring met de democratie. Volgens een Egyptische zegswijze moet je om gelukkig te worden een vaste baan, een geriefelijk huis en een mooie vrouw hebben, niet weten wie aan de macht is en ook bij de machthebbers niet bekend zijn. Proberen het Midden-Oosten te democratiseren is iets voor dwazen die zich op een taak storten waarvoor zelfs engelen terugschrikken.
NA DE GROTE EUROPESE BURGEROORLOG VAN 1914 – 1945 VERLOOR EUROPA ZOWEL DE MIDDELEN ALS DE ZIN VOOR MACHTSPOLITIEK. DIT LEIDDE OOK TOT EEN VERLIES VAN ZELFVERTROUWEN DAT VOORTDUURT TOT OP DE DAG VAN VANDAAG
Het lijkt soms of mensen naarmate ze sterker worden onderdrukt, steeds pro-Amerikaanser worden. Aan het einde van de Golfoorlog bracht de BBC een reportage waarin een Irakese Kolonel werd getoond, die in het zand knielde. Er werd hem gevraagd wat hij wilde. Hij antwoordde: ‘Ik wil naar Amerika’. De Islamitische bourgeoisie stuurt haar zonen en dochters naar het Westen om te studeren. Hoe diep gaan deze gevoelens dan, mede gezien de theatrale politiek van het Midden-Oosten?
Er is zeker een sterke ani-Westerse stroming onder de politieke intelligentsia en vooral de fundamentalisten. Dat is niet om wat we doen, maar om wat we zijn. Wij zijn machtig en rijk en zij niet. Hoe is dat mogelijk, als zij het ware geloof belijden?
Conservatieve religieuze tradities
Het Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties (UNDP) heeft onlangs het Arab Devolpment Report 2002 gepubliceerd. Volgens het rapport was de groei van het inkomen per hoofd van de bevolking in de Arabische wereld met 0,5 procent lager dan waar ook elders in de wereld, met uitzondering van Afrika bezuiden de Sahara. Deze treurige stand van zaken is te wijten aan het “enorme’ tekort aan drie wezenlijke dingen: vrijheid, kennis en vrouwenmacht”. The Economist schreef in een artikel over rapport dat gezegd wordt dat meer dan de helft van de Arabische jongeren zo snel mogelijk weg wil, omdat ze gebukt gaan onder de werkloosheid en de conservatieve religieuze tradities. De rancune is dus waarschijnlijk niet van voorbijgaande aard.
De officiële media in het Midden-Oosten produceren een constante stroom anti-Westerse en anti-semitische propaganda. Dat is onaanvaardbaar. Toch blijf ik geloven dat deze landen voor het Westen geen gevaar vormen: niet politiek, niet intellectueel, niet militair en niet wat de godsdienst betreft. Al-Qaida is geen teken van kracht, maar van wanhoop.
Om terug te komen op waar ik ben begonnen: de Europese Unie is militair en politiek niet tegen de Verenigde Staten opgewassen. Maar andere punten dringen zich nu naar voren: milieubescherming, het bestrijden van de financiers van het terrorisme, de strijd tegen drugshandel, protectionisme en aids. Zoals de Europeanen moeten begrijpen dat brute kracht onvermijdelijk is, kunnen de Amerikanen het niet afdoen met “Wie niet voor ons is, is tegen ons”. Amerika moet zijn grote macht gebruiken om consensus te bereiken.
Frits Bolkestein, is oud-leider van de VVD en oud-lid van de Europese Commissie
Uit Socialisme en Democratie 04-2003
bolkestein_frits_europa_en_het_amerikaanse_overwicht_sd2003-4