Door op 4 december 2015

Podemos: een ander Europa kan wel, Frans Bieckmann

 

 

 

 

 

 

Hoewel Podemos het in de peilingen van de afgelopen tijd wat minder doet, zien veel sociaal-democraten de beweging als een groot gevaar. Onterecht, niet de “radicale democratie” van Podemos, maar de slaafse houding tot het liberale discours vormt het grootste gevaar voor de sociaal-democratie. De vraag is of Nederlands links met de mainstream mee blijft dobberen, of kiest voor een nieuw Europees politiek project dat een continent naar een volgende fase van het kapitalisme kan helpen.

Het moet op de Puerta del Sol of een andere Madrileens plein zijn geweest, dat zich definitief het idee nestelde bij Pablo Iglesias, Juan Carlos Monedero, Inigo Errejón en andere leden van een Madrileense gideonsbende om een volgende stap in hun strijd te zetten: het opzetten van een politieke partij. Podemos. Op Puerta del sol en pleinen in meer dan vijftig andere steden in Spanje startten op 15 mei 2011 langdurige bezettingen door tienduizenden Verontwaardigden (“Indignados”) tegen de heersende financieel-economische en politieke elites. De financiële crisis had land achtergelaten met een torenhoge werkloosheid. Honderdduizenden mensen waren niet meer in staat hun hypotheken te betalen. De onvrede groeide. De M15-beweging was geboren.
Toen is de overtuiging ontstaan dat het ook in Spanje mogelijk is om buiten de gevestigde regeringspartijen Partido Popular (PP) en de sociaaldemocratische PSOE een eigen alternatief links politiek project neer te zetten. Aanhangers van Podemos bestempelen deze partijen ironisch “PPSOE” of “la casta”. De kaste verdeelt de politieke macht en economische opbrengsten sinds in 1978 een overgang naar een democratisch bestel werd onderhandeld net de voorgaande dictatuur. Dit Moncloa Pact is volgens Podemos een compromis waarin machtige economische groepen hun belangen tot op de dag van vandaag veilig weten te stellen.
Podemos weet met dit project het structurele gebrek aan politiek zelfvertrouwen van veel Europese linkse bewegingen te overstijgen. Het is een project dat zich niet aanpast aan het heersende ‘hegemoniale discourt’, maar dat daartegenover een ander narratief stelt. En dat serieus probeert zelf de mainstream te worden door een grote groep Spaanse kiezers achter zich te krijgen.
Vier maanden na de oprichting van Podemos in januari 2014 behaalde de partij al 8% van de stemmen bij de Europese stembusgang. Al een half jaar staat Podemos in de peilingen rond of boven de 20%: net wel of niet de grootste partij van Spanje. In de recente gemeentelijke verkiezingen in mei 2015 kreeg een coalitie met daarin Podemos de meeste stemmen in Barcelona, en een vergelijkbaar samenwerkingsverband haalde slechts één zetel minder dan de grootste partij in Madrid.
Coalities van een Podemos gerelateerde initiatieven behaalden overal in het land hoge percentages. Behalve Barcelona zijn ook in Madrid, Valencia, Zaragoza, A Coruña, Pamplona, Cádiz en Santiago de Compostella hun kandidaten als burgemeester aangetreden. Eind dit jaar kiezen de Spanjaarden hun nieuwe parlement. De ‘PPSOE’ kijkt vol vrees naar de razendsnelle opkomst van de nieuwe partij, met een naam die zich letterlijk laat vertaalt als “Wij kunnen het” en daarmee de heersende mantra trotseert van “There is No Alternative” voor harde bezuinigen, flexibilisering van de arbeidsmarkt en privatisering in een neoliberaal economisch model.

Strategie

Wat verklaart het overdonderende succes? Een deel van het antwoord ligt in de welbewuste strategie die Podemos hanteert om de Spaanse kiezer achter zich te krijgen. Een strategie die op vele punten verschilt van la casta en andere linkse partijen in Spanje.
Vanaf het begin van de opbouw van Podemos waren de leiders doordrongen van het cruciale belang van communicatie, waarbij massamedia als televisie en internet volop werden ingezet. Vooral Pablo Iglesias werd als boegbeeld naar voren geschoven. De universitair docent mocht voor een lokale tv zender een serie debatten maken. Ondersteund door een aantal collega’s van de sociaalwetenschappelijke instituten werd de debatshow genaamd ‘La Tuerka’ een cultsucces. Iglesias bleek een uitstekende debater en vanaf april 2013 was hij voortdurend te zien in allerlei mainstream uitzendingen, waarbij hij voortdurend zijn zorgvuldig onderbouwde en zeer consequente boodschap verkondigde.
Ook begon Podemos onmiddellijk een online structuur op te bouwen. Op deze manier voorkwamen ze dat de opkomst van de partij teveel afhankelijk werd van de traditionele media, die als spreekbuis van de gevestigde orde op felle wijze ten strijde gingen tegen ‘die radicalen’ met soms overduidelijk nergens op gebaseerde smeercampagnes. Naast gebruik van bekende sociale media zetten ze Plaza Podemos op: een website waar dagelijks tienduizenden bezoekers discussiëren over voorstellen en andere politieke zaken rond Podemos.
Overal in het land ontstonden min of meer spontaan lokale en thematische ‘circulos’: een soort volksvergaderingen in de buurten, dorpen en ook de bedrijven. Ook hier bespreken mensen samen voorstellen, die resulteren in lokale acties of worden ingebracht in de landelijke Podemos organisatie.

Het populisme van Podemos

De politieke strategie van Podemos is sterk geïnspireerd door twee belangrijke invloeden: de neo-Gramsicaanse theorieën van onder meer Ernesto Laclau en Chantal Mouffe, en de ervaringen van een aantal van de Podemos-oprichters in Latijns-Amerika. “Onze mensen winnen hier!”, mailde Iglesias in 2005 enthousiast vanuit Bolivia. De linkse leider Evo Morales behaalde dat jaar een enorme verkiezingsoverwinning met zijn pleidooien voor een alternatief voor het neoliberalisme. De latere Podemos-oprichters leerden in Latijns-Amerika ook van de manier waarop de mensen zich via lokale asemblees organiseerden. De Venezolaanse ‘collectivos’ of Boliviaanse ‘ayllus’ zouden in Spanje als ‘circulos’ opduiken.
Zowel Podemos zelf in positieve zin als tegenstanders, die er een harde tegencampagne op baseren, bestempelen de strategie van de beweging als populistisch. Opponenten gebruiken het cliché van een autoritaire leider, Iglesias, die met goedkope beloften het volk paait als afschrikwekkend voorbeeld. Podemos zou op de emotie spelen en ‘simplistisch’ en ‘antipolitiek’ zijn.
De jonge partijideoloog Inigo Errejón heeft het meest geschreven over het populisme als inspiratiebron voor Podemos. Hij verzet zich tegen deze gangbare definitie van populisme, die geen onderscheid maakt tussen rechtse partijen als de Lega Nord en de Tea Party, en de Latijns-Amerikaanse varianten. Volgens Errejón misbruikt het establishment de term populisme om de legitimiteit van democratisch gekozen regeringen  in Latijns-Amerika (en van Podemos) ter discussie te stellen, terwijl het een legitieme methode is om politieke scheidslijnen te definiëren. En vooral ook om wat hij noemt de “ontkenning van de politiek” op te heffen.
Om de technocratische benadering, die steeds meer publieke kwesties onbespreekbaar maakt doordat ze door een vanzelfsprekende externe dwang (“de markten”, “de veiligheidsbedreiging”) zouden worden opgelegd, te bestrijden is populisme nodig. Podemos wil een eigen ideologisch speelveld bepalen, in plaats van altijd in het stadion en volgens de regels van de tegenstander spelen.
Errejón draait het argument om. Hij noemt juist de tegenstanders van Podemos anti-politiek. Met het technocratische argument dat bezuinigen deregulering, steun aan de financiële sector en flexibilisering onontkoombaar zijn, gaan zij de discussie over waarden, idealen, en alternatief beleid voor economie en maatschappij uit de weg. Errejón stekt dat de politiek bij uitstek het terrein is om disputen uit te vechten. De politiek geeft betekenis aan de verlangens, voorkeuren, prioriteiten en behoeften van mensen. Dat is nodig, juist in een periode waarin er steeds minder sprake is van duidelijke, ‘universele’  politieke identiteiten, door twee belangrijke factoren: “de fragmentering en precisering van de wereld van de arbeid, en de erosie – van onderaf en van bovenaf – van de nationale soevereiniteit.”
Met andere woorden: het gaat er dus om die moeilijk definieerbare actuele processen op zo’n manier te duiden en met elkaar te verbinden, dat een politiek project ontstaat dat voldoet aan de eigen idealen, principes en waarden. Nu het huidige economische model in een existentiële crisis – een ‘regime crisis’ – is beland, moeten alternatieven naar voren worden gebracht.

JUIST DE TECHNOCRATISCHE BENADERING VAN DE MAIN-STREAM IS ANTI-POLITIEK

Errejón stelt dat (extreem) rechtse krachten in Europa veel succesvoller zijn geweest in het bepalen van een nieuw politiek speelveld. Het is figuren als Wilders en Le Pen wel gelukt langs scheidslijnen die “reactionaire en racistische” doelen dienen een nieuw geheel te smeden van de gefragmenteerde politieke werkelijkheid. Europees links zou daar tegenover een eigen discourt moeten construeren dat de realisering van eigen waarden als solidariteit, (radicale) democratie en een economie die de gehele samenleving ten goede komen, dichterbij brengt. De keuze, zo citeert The Guardian Chantal Mouffe in februari dit jaar in een gesprek met Pablo Iglesias, is “tussen links en rechts populisme” in plaats van tussen links en rechts populisme enerzijds en het redelijke centrum dat de logische rationele weg bewandelt anderzijds.
Door charismatisch leiderschap en weloverwogen termen en discoursen, die de scheidslijn van links en rechts overstijgen, wil Podemos traditioneel links en grote groepen verontwaardigde Spanjaarden verenigen. Daarin zijn ze geslaagd: naast de traditionele achterban hebben zij ook veel niet-stemmers, delen van de verarmde middenklassen, die niet meer in PP geloven, en een groot deel van de hoger opgeleiden die niet meer aan een baan komen naar zich toetrokken. Deze strategie heeft, in de woorden van filosofiedocent en Podemos-grondlegger German Cano, ‘een situatie van vormloze verontwaardiging en ontevredenheid’ politiek gedeblokkeerd en losgetrokken ‘van twee natuurlijke reacties: het cynisme en het zich afwenden.’
Oftewel, het linkse populisme van Podemos zorgt ervoor dat mensen weer betrokken raken bij het vorm geven van hun eigen leven en dus van de politiek. Deze discursieve praktijk van neo-Gramscianen verschilt cruciaal van wat hier oppervlakkig bekeken erg op lijkt: framing van de politieke boodschap, het dusdanig manipuleren van de discussie zodat die in jouw termen wordt uitgevoerd. Politieke partijen gebruiken framing vrijwel in alle campagnes. Het komt vaak neer op een vrijwel totale loskoppeling van de inhoud, het gaat alleen om het op korte termijn scoren. Wat de Podemos-strategen beogen, of in ieder geval pretenderen, is dat ze deze vervreemding juist willen opheffen of verminderen door de reële verlangens en emotie van de meerderheid van de bevolking te koppelen aan politieke expressie. Terwijl de elitaire, technocratische houding van de traditionele politieke partijen in hun ogen juist een vorm van cynisme is.

Radicale democratie

Die nauwe betrokkenheid van de bevolking bij de politiek is niet alleen een ontkrachting van het verwijt dat Pablo Iglesias een autoritaire leider zou zijn, het is ook een van de twee belangrijkste programmatische uitgangspunten van Podemos. De partijstructuur is zeer democratisch. Transparantie staat hoog in het vaandel, juist om de partij te onderscheiden van de in hun ogen door en door corrupte gevestigde partijen.
Podemos wil meer dan een partij zijn. Het is een beweging met als belangrijkste sleutelbegrip “radicale democratie”. In het eerste verkiezingsprogramma dat Podemos schreef, voor de Europese verkiezingen in 2014, stond achter elk van de zes hoofdstukken – economie, vrijheid, gelijkheid, broederschap, soevereiniteit en duurzaamheid – de toevoeging ‘construir la democracia’ (opbouw van de democratie).
Spanjaarden van alle gezindten weer greep op hun leven te geven is de essentie van de radicale democratie: autonomie en zeggenschap over hun manier van werken, hun opleiding, dorpen, buurten en toekomst. Dat doet Podemos onder meer via de door de mensen zelf gedragen ‘circulos’ en met het aansluiten bij lokale actiegroepen om daarmee zo breed mogelijke coalitie te vormen.
Die greep en controle zijn in de afgelopen decennia verloren gegaan. Soevereiniteit is vervangen door een abstract systeem van globalisering, dat in Spanje het meest tastbaar is via het op neoliberale leest geschoeide Europese economische project. Beslissingen worden ver weg door een ‘kaste’ van technocraten en uitwisselbare politici die dit systeem dienen genomen.

Economisch programma Podemos

Naast ‘radicale democratie’ wil Podemos een alternatief bieden voor de neoliberale fase van het kapitalisme dat Europa heeft gevormd de afgelopen dertig jaar. De beweging wil de “economische soevereiniteit weer bij de burgers terugbrengen’. Daarvoor sommen ze een grote hoeveelheid concrete maatregelen op en hebben een handelingsmodel ‘gebaseerd op de ethiek en op de verantwoordelijkheid voor de burgers’ in het leven geroepen. Opvallend is de bijna letterlijke overeenkomst met het Van Waarde-manifest: ethisch, waarden gedragen politiek, en een economie waarin de mensen centraal staan en niet de markt, de winst of zelfs de ‘efficiëntie’.
Dat waarden gedragen uitgangspunt koppelt Podemos aan een kritische analyse over de huidige fase van het kapitalisme. Het huidige stelsel heeft gezorgd voor een zware en nog steeds voortdurende financiële en economische crisis en zal daarom vervangen moeten worden door een nieuw ‘productiemodel’. Het creëren van meer binnenlandse vraag en grotere investeringen in sociale infrastructuur en menselijk kapitaal staat daarbij centraal. Dat impliceert het aan banden leggen van de multinationale financieel-economische kartels, die nu hun winsten wegsluizen en niet zorgen voor meer werkgelegenheid.
Ook is Podemos voorstander van een grondige hervorming van het Europese monetaire systeem, langs lijnen waar tal van internationale economen en andere deskundigen zich overigens in kunnen vinden.

Podemos en Europa

Podemos vaart anders dan veel andere partijen die ontevreden zijn over de huidige EU geen nationalistische koers. Podemos benadrukt keer op keer dat “regiemverandering” alleen mogelijk is in Europees verband. De nadruk op soevereiniteit is geen pleidooi voor isolement binnen Europa. Integendeel, het past binnen een internationalistische benadering van een solidair Europa, met ruimte voor kleinschaligheid en pluriformiteit, ook in economische zin.
De manier waarop Podemos zich manifesteert in Spanje levert geen blauwdruk voor de rest van Europa. De beweging zelf blijft onderstrepen dat ieder land zijn eigen sociale constellatie, politieke cultuur, economische structuren, instituties en ontwikkelingspaden kent, en de financieel-economische crisis anders voelt.
Hiermee levert ze gelijk een centraal uitgangspunt voor een nieuw Europees politiek project. Tegenover de eenheidsworst van de Europese vrije markt en de monetaire gelijkschakeling binnen de eurozone, ontstaan de contouren van een heterogeen Europa, waarin landen en regio’s hun eigen sociaaleconomische en maatschappelijke paden bewandelen. In plaats van alle lidstaten en regio’s in een keurslijf te dwingen. Het keurslijf van een model waarin inflatiebeteugeling de belangrijkste doelstelling is, waar de liberalisering van de economieën grotere efficiëntie en meer welvaart dient op te leveren; en waarin de verschillende Europese landen geleidelijk naar elkaar toe groeien. Dit model is volgens Podemos failliet, het heeft landen uiteen gedreven.
Dat hangt in hun analyse samen met het aanbod gestuurde, neoklassiek geïnspireerde economische beleid in Europa. De export van de Noord-Europese landen kon slechts gefinancierd worden met import door Zuid-Europa. Het tekort van de Grieken is het overschot (op de handelsbalans) in Duitsland en ook Nederland.
Dat een land als Spanje voor de crisis van 2008 toch (de illusie van) groei doormaakte, kwam door de makkelijkste kredieten die Spaanse en ook Noord-Europese banken verstrekten aan huizenbouwers en huizenverkopers: een grote luchtbel die wel moest barsten. De klap was enorm, huizenbezitters konden hun hypotheken niet meer afbetalen. De wankelende banken, die teveel hadden uitgeleend, werden door de Spaanse overheid gered. De enorme schulden van de falende private financiële sector kwamen dus voor rekening van de publieke sector. De regering voelt zich op aandringen van de trojka sindsdien genoodzaakt gigantisch te bezuinigen en ‘structurele hervormingen’ (privatisering, flexibilisering van de arbeidsmarkt) door te voeren om schulden aan de Noord-Europeanen te kunnen afbetalen.

HET HANDELSOVERSCHOT VAN HET NOORDEN IS HET BEGROTINGSTEKORT VAN HET ZUIDEN

Tegenover dit failliete Europese model komt een nieuw pluriform Europa, met een economisch beleid op basis van neo-Keynesiaanse theorieën dat een grotere interne vraag centraal stelt. En waarin concurrentie op (lage) lonen en flexibilisering van de arbeidsvoorwaarden vervangen zijn door investeringen in menselijk kapitaal, sociale infrastructuur en innovatief onderzoek naar bijvoorbeeld alternatieve energiebronnen. En tot slot, belast en reguleert dit nieuwe Europa het financieel kapitaal sterker om speculatie en belastingontwijking te voorkomen.
Zo’n pluriform en heterogeen Europa behoeft nog steeds veel, misschien wel meer centrale coördinatie. In de overgangsfase is het noodzakelijk alle Europese regels aan te passen om de wurggreep van de financiële markten, de 3% norm, de schuldenlast en het strakke vrijhandelsjuk op te heffen. De continue asymmetrische en daardoor voortdurende instabiliteit binnen het eurogebied zijn alleen aan te pakken door essentiële elementen te veranderen: de introductie van een omvangrijke gezamenlijke Europese begroting, een politieke unie, coördinatie van het economische beleid van de lidstaten, en met een echte centrale bank. Een ECB die niet alleen voor inflatiecontrole gaat, maar ook oog heeft voor de werkgelegenheid en het welzijn van alle Europeanen. En met een Europees Investeringsbeleid dat actief en gecoördineerd probeert de Europese heterogene economie op gang te brengen, in plaats van dat aan de markt over te laten.

Wat zijn de lessen voor Nederlands links?

De stormachtige opkomst levert geen blauwdruk voor politieke bewegingen in andere landen: zeker in Noord-Europa niet waar de economische basis veel stabieler is en er nog geen verpauperde middenklasse bestaat. Maar zoals de Podemos-leiders veel geleerd hebben van de politiek in Latijns-Amerika, zo vallen er voor de Nederlandse politiek lessen te trekken uit het Spaanse voorbeeld. In het kader van alternatieve, waarden gedragen Europese politiek, zijn vier aspecten van groot belang.

Links populisme als strategie
Om maar meteen met de meest omstreden les te beginnen: Nederlands links zou de neo-Gramsicaanse strategie van Podemos kunnen gebruiken om het traditionele partijpolitieke links-rechts frame te overstijgen. Het zou dan moeten zoeken naar een brede meerderheid binnen de bevolking die langs nieuwe assen wordt aangesproken. Een verhaal dat niet alleen aantrekkelijk is voor hoogopgeleide en daardoor vaak beter gesitueerde bevolkingsgroepen van D66 en GroenLinks, maar dat is tegelijkertijd voorbij het conservatieve streven naar behoud van oude voorrechten binnen nationale grenzen van de SP gaat.
Het verenigen van de vele jonge praktische idealisten, sociale ondernemers, betrokken studenten, oudere cynici die zich nu helemaal van de politiek afgekeerd hebben maar wel betrokken zijn bij de wereld is daarbij essentieel. Het moet al die verschillende doelgroepen aanspreken met een nieuw positief discours, langs andere scheidslijnen, en zo het politieke debat verplaatsen naar eigen terrein, in plaats van het binnen de marges van het dominante model te voeren.
Zie het als het spiegelbeeld van de manier waarop Geert Wilders grote hoeveelheden stemmers weet te trekken. Hij combineert rechtse standpunten (anti-islam, vrije markt, lage belastingen) met linkse en sociaal-liberale (toegankelijke zorg, meer zekerheid voor mensen aan de onderkant, emancipatie van culturele ‘minderheden’ zoals homo’s en vrouwen), die hij weet te framen langs nationalistische en culturele lijnen.
Het succes van Podemos is mede verklaarbaar vanuit de ellendige gevolgen van de crisis, de torenhoge werkloosheid en de afbraak van sociale voorzieningen in Spanje, die veel verder gaan dan bij ons. Maar ook in Nederland is er een voedingsbodem voor een links populistische aanpak, omdat hier eveneens grote (ongerichte) ontevredenheid heerst en cynisme over de politiek, een onbehagen wat maar zeer ten dele een plek vindt, helaas bij rechtspopulisten als Wilders. Podemos weet zulke onlustgevoelens te kanaliseren richting een nieuw project van hoop, verandering en vooruitgang.
Een dergelijke strategie kan alleen slagen binnen een Europees samenwerkingsverband. Een links populistische Europese beweging zou op een vergelijkbare manier consequent de sociaal- en politiek-economische tegenstellingen kunnen beschrijven tussen de geprivilegieerde bovenlaag die bovenmatig profiteert van een Europees en globaliseringsmodel dat ten kostte gaat van de onderklasse, de lagere middenklassen en de groeiende groep mensen zonder enig uitzicht op een vaste baan of een leefbaar inkomen. Dat Europese economische model kan dan worden afgeschilderd als een eliteproject dat gebaseerd is op een ideologische tunnelvisie, dat zijn beloften niet waarmaakt en dat juist zorgt voor groeiende instabiliteit en onzekerheid. Een project dat bovendien ondemocratisch is, omdat de elite bovenmatig veel macht naar zich toetrekt.
Op dit moment is de Europese sociaal-democratie volgens velen onderdeel van die elite. De recente gang van zaken rond Griekenland spreekt boekdelen: in plaats van de Syriza regering te hulp te schieten, schaarden veel sociaal-democratische leiders zich in het kamp van de neoliberale trojka.

Radicale democratie
Podemos komt voort uit de sterke sociale bewegingen, die zich op allerlei niveaus maar vooral lokaal verzetten tegen de gevolgen van de crisis en de bijbehorende bezuinigen. Vanuit die basis is Podemos dwars door de bestaande partijen gegroeid. Daarbij weet de beweging veel ‘gewone’ Spanjaarden actief aan zich te binden door hun eigen taal te spreken en hen zelf hun eigen belangen en wensen te laten uiten en bevechten.
Van een dergelijke beweging is in het versnipperde en geïndividualiseerde Nederland geen sprake. Maar Podemos heeft ook slim gebruik gemaakt van sociale media, bijvoorbeeld via de eigen discussiesite Plaza Podemos. Via die media en via de ‘circulos’ en de assemblees worden het politieke programma en de concrete beleidsvoorstellen bepaald. Het programma van de aan Podemos gelieerde burgemeesterskandidaat Ada Colau is bijvoorbeeld geschreven in een soort ‘living document’ waaraan 5000 mensen hebben bijgedragen. In juli is ook een dergelijk landelijk proces ingezet, om het programma voor de parlementsverkiezingen te bepalen. Deze directe democratie zorgt voor een grote actieve en betrokken kern van medewerkers. Het biedt ook voor toekomstig alternatief beleid grote mogelijkheden, bijvoorbeeld bij vernieuwde initiatieven in de sociale en economische sfeer. Overheidsorganisaties, vakbonden en bedrijven experimenteren er al mee. In Nederland zouden de instrumenten – zoals een ‘living document’ – en de organisatievormen als inspiratie kunnen dienen.

LINKS MOET HET TRADITIONELE NEOLIBERALE FRAME ONTSTIJGEN EN EEN EIGEN VERHAAL VERTELLEN

Een waarden gedragen politiek
Het economische basisdocument van Podemos stelt een ‘ethische inzet’ centraal, zoals Van Waarde dat doet binnen de PvdA. Bij alle politieke of beleidsbeslissingen moeten waarden, principes en idealen zwaarder wegen dan kosten, bedrijfswinsten of efficiëntieoverwegingen. Het gaat erom dat de economie mensgericht is, dat de mensen weer greep op hun leven krijgen en zeggenschap over alle aspecten van het bestaan. Het gaat erom hun soevereiniteit te herstellen ten opzichte van de managers, de efficiëntiedenkers, de internationale instanties, de multinationals, de abstracte globaliseringsprocessen en de Europese ongrijpbare elites. Niet in de vorm van nationalisme of egoïstische individualisme, maar in het tegengaan van vervreemding door grootschaligheid en technocratie, en van het isolement waarin mensen komen te verkeren als zij moeten zien te overleven in een kille ieder-voor-zich competitiemaatschappij.
Als Van Waarde daadwerkelijk doordringt in de politieke stellingname en de concrete beleidsvoorstellen van de PvdA-politici, zal dat vergaande gevolgen hebben voor de politieke praktijk. Idealiter uit zich dat ook in een brede linkse coalitie die vanuit gezamenlijke waarden een ideologisch consequent front vormt tegenover de huidige status quo.

Draag zelfbewust hoop en alternatief uit: het kan!
Zeker in een polderlandschap als Nederland, waarin politieke partijen voortdurend op zoek moeten naar coalities, zijn ideologische verschillen vaak onder een mantel van nietszeggende woorden bedolven. Podemos laat zien hoe belangrijk het is om een zeer scherp politiek discourt te hanteren. De manier waarop de werkelijkheid is opgeschreven, uitgedragen en geïnterpreteerd, is daarbij van cruciaal belang om te bepalen hoe mensen over politiek denken en zich erover uiten.
Hiervoor heeft de partij zeer welbewust en met grote inzet een scherpe mediastrategie gevoerd. Met een inhoudelijk zeer goede voorbereiding traden zij telkens met dezelfde duidelijke boodschap naar buiten.
Misschien wel de allerbelangrijkste les die Podemos aan links in de rest van Europa kan leren, is dat er een alternatief politiek project mogelijk is. Dat het na dertig jaar neoliberalisme daadwerkelijk tijd is voor de volgende fase van het kapitalisme. Tegenover: “There is no alternative” stelt Podemos hoop, passie, zelfvertrouwen en een optimistisch vergezicht naar een betere toekomst. Wees niet langer tegen, marginaal en reactief ten opzichte ten opzichte van een oppermachtig hegemoniaal discours. Of erger nog: voeg je daar zoals de huidige sociaal-democraten niet kritiekloos in om slechts de scherpe kantjes eraf te slijpen. Heb in plaats daarvan de ambitie om het nieuwe normaal te worden: de mainstream die zich in het nieuwe centrum van de politiek gaat nestelen.
Daarmee “politiseert” Podemos: het brengt de tweestrijd tussen twee inhoudelijk verschillende modellen terug in de politiek. Zoals ook Syriza de zaken binnen Europa op scherp heeft gezet. Dat heeft vergaande gevolgen voor de huidige sociaal-democratie in Europa: blijven zij voortgaan op de Derde Weg en andere varianten die het bestaande neoklassieke economische model accepteren en zien als de enige mogelijkheid? Of kiest zij voor een alternatief model dat vooralsnog vooral gebaseerd zal zijn op neo-Keynesiaanse theorieën?
Een keuze voor de Derde Weg is het voorportaal naar Pasokisatie, zoals Podemos het zo fijntjes omschrijft naar aanleiding van de decimering van de sociaal-democratische Pasok Griekenland van Syriza. De sociaal-democratische partijen in Europa onderscheiden nauwelijks van alle andere partijen die zich achter het huidige model scharen.

DE “PASOKISATIE” VAN DE PVDA DREIGT ALS DE PVDA HET HUIDIGE PAD NIET VERLAAT

De PSOE gaat als de peilingen gelijk blijven flink verliezen. De Spaanse sociaal-democraten zullen daarom moeten kiezen voor een duidelijker linkse politiek die zich substantieel onderscheidt van de huidige neoliberale koers. De harde verbale schermutselingen over en weer – PSOE-kopstukken beschuldigen Podemos van autoritair en simplistisch populisme en Podemos wrijft de betrokkenheid van regionale en nationale PSOE-leiders  bij verschillende corruptieschandalen er diep in – hebben na de gemeenteraadsverkiezingen van mei hier en daar plaats gemaakt voor toenadering tussen de twee. In Madrid steunt de PSOE de burgemeester van de Podemos-coalitie, in de regio’s Extremadura en Castilla-La Mancha ondersteunt Podemos een PSOE-regering. Maar de echte lakmoestest komt na de nationale verkiezingen: voor Podemos is de PSOE de enige grote partij met wie ze onder voorwaarden samen willen werken; andersom zou de PSOE kunnen kiezen voor samenwerking met de PP.
Zoals de PSOE recht tegenover Podemos staat, zo staan in heel Europa de regerende sociaal-democraten recht tegenover de linkse alternatief. Zie de opstelling van de Duitse/Nederlandse/Franse sociaal-democraten onder leiding van Jeroen Dijsselbloem (door vriend en vijand) – de Europese Groenen én de Duitse CSU – omschreven als “een liberaal in een socialistisch t-shirt” versus Syriza in Griekenland.
Niet kiezen voor het post-liberalisme betekent kiezen voor het neoliberalisme. In plaats daarvan zou de PvdA consequent moeten kiezen voor het bouwen aan een nieuw Europees economisch en politiek model, en daarvoor scherp opereren langs heldere ideologische lijnen. Van Waarde is daarvoor een uitstekend uitgangspunt. Logische bondgenoten zijn de SP en GroenLinks. De SP is consequenter geweest in het afwijzen van neoliberalisme maar laat het qua internationalisme en op Europees niveau bouwen aan een alternatief afweten, en is bovendien te hiërarchisch om een beweging te kunnen dragen die “radicale democratie” als uitgangspunt heeft. GroenLinks is wel op Europa georiënteerd, maar heeft weinig samenhangende alternatieve sociaaleconomische visie en is teveel gericht op verlichte hoogopgeleiden.
Maar eigenlijk zal het vooral buiten de bestaande partijstructuren moeten gebeuren. Een radicale beweging van strategisch operende personen moet dwars door de partijen heen werken aan een nieuw postliberaal project. Dat ook de minder vanzelfsprekende groepen in de samenleving weet te verbinden rond een positief, hoopgevend alternatief en de vele losse idealistische initiatieven weet te voorzien van een samenbindend en overkoepelend vertoog. Want er zijn veel vaak jonge mensen die proberen te werken aan een andere wereld, maar hun vertrouwen in de partijpolitiek allang verloren hebben. Hun idealen op het gebied van duurzaamheid of een alternatieve economie vallen, samen met de verlangens en behoeften van miljoenen andere Europeanen, vooralsnog in een vacuüm, of sneuvelen in een Europees en mondiaal systeem van grootschaligheid en concurrentie. Het optimisme van een beweging als Podemos biedt hen een nieuwe gelegenheid het vertrouwen in politiek en democratie terug te winnen.

Frans Bieckmann is directeur van The Broker

Uit Socialisme en Democratie, Jaargang 72, Nummer 4, Augustus 2015 

Op Frans Bieckmann Podemos staat een uitgebreidere versie van dit artikel.

Waar ben je naar op zoek?