Stemmen en regeren in de Westerse storm, Tom Eijsbouts
De Britse storm is onderdeel geworden van een in kracht toenemende storm gericht op het Westerse politieke en maatschappelijke centrum. Na de stommiteiten en de kater van het referendum krabbelt de Britse regering onder leiding van Theresa May verrassend snel weer op. Door het opeisen van de volle verantwoordelijkheid bestrijdt May de splijtende krachten van populisme en regeringsonmacht. Daar kan men elders in Europa wat van leren.
Het Britse referendum was geen toonbeeld van democratische politiek, bij de politici noch bij de campagnevoerders en stemmers. Aan de kant van de politici nam David Cameron uit louter partijpolitiek motief, de onverantwoorde gok om het referendum uit te roepen, terwijl hij weigerde om een scenario voor de eventuele uitstap te maken. Toen het slecht uitpakte liet hij het opruimen van de rommel over aan zijn tegenstanders, die vervolgens elkaar en zichzelf uitschakelden.
Aan de kant van het referendum waren de campagnes en waarschijnlijk ook de stemmen in belangrijke mate gebaseerd op angst, afkeer en bedrog. De Remain-campagne kon niet duidelijk maken waarom men in de EU wilde blijven, behalve uit angst voor de gevolgen van het alternatief. De exit-campagne appelleerde aan de emotionele afkeer van globalisering, het establishment, immigranten en de Europese Unie, en was gebaseerd op leugens en mythes. De Leave-stem ten slotte resoneerde feilloos met Camerons gok: miljoenen kiezers kozen liever voor een riskante en onbekende toekomst, dan voor een bekende toekomst zonder veel perspectief. Liever het establishment een stevige hak zetten, ook al kan je dat zelf aardig bezuren, dan die kans laten lopen. Deze keuze is de motor achter elke populistische beweging.
Nu kun je ook bij verkiezingen wel zulke elementen van angst, afkeer, gokken en elkaar een hak zetten aanwijzen, maar die worden dan in toom gehouden doordat je bij een verkiezing altijd vóór iets en iemand moet kiezen. De uitdrukkelijke tegenstem is doorgaans uitgesloten. Bij een referendum kun je uit volle borst tegenstemmen. Dan ligt oververtegenwoordiging van wrok en emotie meer voor de hand. Maar op zulke negatieve input kun je geen politiek baseren en geen centrum in stand houden.
De uitslag sloeg inderdaad in al een bom, met allereerst gevolgen voor het Europees establishment in Groot-Brittannië en elders. Ook al is de uitspraak niet bindend, deze heeft wel zeer grote normatieve of dwingende kracht. Deze zomer werd getekend door een serie van aanslagen in Europa, door een staatsgreep in Turkije en President Erdogans grootscheepse zuiveringen. Donald Trump werd de Republikeinse presidentskandidaat voor de Amerikaanse verkiezingen. Het vluchtelingenprobleem bleef de geesten in Europa scheiden. En er was de dreiging van ineenstorting van het Italiaanse bankenstelsel en het komende Italiaanse referendum. Al deze ontwikkelingen samen krijgen de gedaante van een in kracht toenemende storm gericht op het Westerse politieke en maatschappelijke centrum.
In dat licht moet ook het antwoord van Westminster op deze stem worden gelezen. Het zal nog jaren duren voordat dit antwoord in zijn geheel geformuleerd is. Voor de stemming zei Robert Harris, romanschrijver en kenner van de politiek: ‘Als het Remain-kamp wint, zullen zelfs Leave-stemmers stiekem opgelucht zijn en zal er een collectieve zucht van verlichting klinken. (….) Als we stemmen om de Unie te verlaten, wordt het een zeer lang en lastig proces. En de Conservatieve Partij zou heel goed kunnen imploderen.
Deze redelijke voorspelling geeft achteraf een goed idee van de reële dreiging. Stel je voor dat de Tories inderdaad waren ingestort en dat de bal was komen te liggen bij de die verdeelde Labour-partij! Dat het direct anders zou lopen dan je mogelijkerwijs kon voorspellen, dat de Tories in enkele dagen compleet herrezen, bewijst nog eens hoe groot het wendings- en herstelvermogen is van de politiek, als het erop aankomt.
Coup de théatre
In de ochtend van 24 juni maakte David Cameron vanaf 10 Downing Street bekend dat hij de uitvoering van het referendumbesluit aan zijn opvolgers zou overlaten. De volgende dag al beschreef een zekere Teebs, blogger voor The Guardian vlijmscherp welke ‘coup de théatre’, welke totale omkering van het spel daarmee plaatsvond: ‘Gisterenavond om 9.15 vernietigde Cameron in één slag het resultaat van het referendum en daarmee de politieke carrières van Johnson en andere Brexiteers, die hem zoveel leed hadden gekost, afgezien nog van zijn eigen politieke carrière. (…) Het wachten is alleen nog op iemand die het lef heeft om te zeggen dat Brexit niet te verwezenlijken is zonder een ondragelijke hoeveelheid leed en afbraak.
Hoe slaagt iemand erin om de draai, de spin van de werkelijkheid zo goed en zo snel te vatten, en er een eigen draai aan toe te voegen als Teebs deed? Inderdaad, Johnson zou zich een goede week later terugtrekken als kandidaat-opvolger, en mede-Brexiteers Michael Grove en Andreas Leadsom verdwenen van het toneel. Zelfs UKIP-leider Farage stapte op. Door de verantwoordelijkheid voor het vervolg geheel bij zijn tegenstanders te leggen, had Cameron hun bluf doorzien en doorgeprikt.
Of dat een kwestie van kiene berekening vooraf was, zoals Teebs impliceerde, kan men in het midden laten. Het is ook politieke intuïtie om de zwartepiet, en de verantwoordelijkheid, bij de tegenstander te leggen. Dat was zeker niet wat Cameron had gezegd te zullen doen; eerder het tegenovergestelde. Bij een overwinning van het Brexit-kamp zou hij direct de procedure starten.
Maar waar slaagt men erin zo in te spelen op diezelfde spin van de werkelijkheid, als in de politiek zelf? Veel sneller dan gedacht, zelfs door de Guardian-blogger, herpakten de Britse Conservatieven zich met de benoeming van Theresa May tot politiek leider van de Tories en tot premier.
Voordat zij op het toneel verscheen werd het gedoe onder de Tories nog als een mengsel van klucht en drama afgedaan. Met May aan het roer was er onmiddellijk rust in de gelederen en kon worden begonnen aan het herstel van het gezag. Haar eerste zetten waren briljant. Eerst maakte ze Johnson onschadelijk door hem wel in het kabinet op te nemen, maar zonder enige zeggenschap over de uittreding. Zijn politieke vuurpost op de flank, de column in The Telegraph moest hij opgeven, inclusief het honorarium daarvoor van 250.000 pond per jaar.
Minister David Davis, die de uittreding moest regelen (en zegt dat graag te doen) heeft op zijn beurt geen zeggenschap over de handelsakkoorden die de EU-relaties moeten vervangen; dat heeft collega Liam Fox. Maar deze heeft weer niets te vertellen over het meest gevoelige punt, migratiebeleid. Dat komt bij een overtuigd Remainer, Amber Rudd, op Binnenlandse Zaken. Deze heeft direct openlijk afstand genomen van de ‘reductie met tienduizenden’ van de migratie, een doelstelling uit het Tory-manifest. Bovendien heeft May elk van deze departementen ondergebracht in aparte onderraden van het kabinet die zij zelf voorzit.
Dit staaltje machtsdeling zorgt ervoor dat niemand zijn eigen plan kan gaan trekken, het verzekert de eenheid van beleid onder de eerste minister en smoort dissidentie. En om te verzekeren dat de uitslag goed kan betijen heeft Theresa May inmiddels met de Schotse premier Nicola Sturgeon afgesproken om Artikel 50 (uittreding uit de EU) pas te activeren wanneer er daarover een akkoord is tussen hen. De afspraak is natuurlijk direct uitgebreid tot Wales en Noord-Ierland. Vervolgens heeft de regeringsadvocaat in de rechtbank gesteld dat de uittredingsprocedure niet vóór volgend jaar wordt gestart.
De inhoud: ‘Make Brexit work for Britain’
Zo wordt de door Cameron verkwanselde politieke verantwoordelijkheid voor de gang van zaken eerst weer opgeëist en dan direct ingezet. En de inhoud? Op gezag van deze eerste ‘moves’ kunnen we verwachten dat May eruit zal slepen wat er te halen valt. Het zal haar gaan om de beveiliging en versterking van de eenheid van haar Verenigd-Koninkrijk, van zijn rol in de wereld en in Europa. En om de hervorming van het onderwijs en de sociale verhoudingen, als je haar moet geloven. In haar eerste kabinetsbijeenkomst maakte May duidelijk dat het haar ging om ‘Britain’ en ‘om de kansen die uittreding biedt: “It will be the responsibility of everyone sitting around the Cabinet table to make Brexit work fot Britain … And it will also be their duty to deliver success on behalf of everyone in the UK, not just the privileged few. That is why social justice will be at the heart of my government (…) We will not allow the country to be defined by Brexit; but instead build the education skills and social mobility to allow everyone to prosper from the opportunities of leaving the EU.
MAY FOCUST ZICH OP DE KANSEN DIE UITBREIDING BIEDT, ZOALS DE HERVORMING VAN ONDERWIJS EN SOCIALE VERHOUDINGEN
Je moet het maar verzinnen: laat iedereen profiteren van de kansen van ons vertrek uit de EU. Het belangrijkste dat May zal nastreven is uitdrukkelijke ondersteuning van al haar maatregelen door parlement en publiek. Want haar claim van verantwoordelijkheid moet uiteindelijk worden geaccepteerd door de vertegenwoordigende instanties en door het volk, via wetten en verkiezingen.
Moeten we het nu nog hebben over wat er in detail gaat gebeuren? Of Brexit doorgaat in harde of zachte vorm, met een ‘bang’ of met een ‘whimper’, of helemaal niet? Daarvoor is weinig verstandigs te zeggen. Het hangt allemaal af van de ontwikkeling van de gebeurtenissen en van de onderhandelingen. Bovendien is het veel belangrijker en interessanter om te zien of en hoe het politieke centrum in het VK zich herstelt van deze populistische dreun. Daarmee kan het ertoe bijdragen dat het Europese centrum elders niet blijft afkalven onder politieke lijdzaamheid tegenover populisten.
De steun en het politieke bedrijf
Al vaak is betoogd dat referenda en andere vormen van directe democratie storend kunnen zijn voor het politieke bedrijf. Dat is evident. Ze werken onverantwoordelijkheid in de hand bij de regering en ze passeren de vertegenwoordigende instantie, het parlement. Maar daarmee zijn ze niet noodzakelijk ondemocratisch. Wat stoort kan heilzaam werken, zowel inhoudelijk als structureel.
Dat geldt ook voor het referendum, maar dan moet het wel goed beantwoord worden door de politiek. Dit is de grootste uitdaging van de referendum-trend voor het politieke bedrijf in heel Europa. En in dat licht moet het vervolg van de gang van zaken in Londen worden bezien. Mits verder goed uitgespeeld kan Westminster zijn drama tot een les maken: hoe om te gaan met referenda. Althans, hoe je kunt omgaan met de uitslag van een referendum. Wat de politici kunnen doen in de aanloop erheen is een andere kwestie.
Een goed politiek bedrijf beweegt als een spoel, in een krachtenveld tussen twee polen: die van verantwoordelijkheid en die van vertegenwoordiging. Het handelend deel van het bedrijf, de regering, wordt gedreven door het motief om van vertegenwoordiging, dat wil zeggen: uitdrukking geven aan de belangen, wensen, angsten, enz. van het publiek.
De twee polen constitutioneel en institutioneel uiteengehouden: dat is goed, want daartussen draait het politieke bedrijf. Tussen regering en parlement zijn er sterke riemen, in een mechanisch beeld: voor de ‘overbrenging’ van de krachten in het drijfwerk. De regering wordt in haar handelen gedreven door de eisen en mogelijkheden van de werkelijkheid (vooral gebeurtenissen en crises van allerlei aard) en door haar akkoorden en voornemens. Zo wordt daarin gecontroleerd en geremd door het parlement als vertegenwoordiger. De parlementaire vertegenwoordigers worden op hun beurt gedreven door hun banden met het publiek en geremd door de banden van de meerderheid met de regering. Zo worden de eisen en mogelijkheden van de werkelijkheid vanuit de regering via parlement en partijen naar de bevolking vertaald en, omgekeerd de wensen van onderop via partijen en parlement overgebracht naar de macht.
HET IS TRIEST DAT DE BRITSE HERVORMINGEN ALWEER VAN RECHTS MOETEN KOMEN
Referenda en andere vormen van directe democratie worden doorgaans ingeroepen wanneer politieke partijen intern verdeeld zijn. Zo ook in het VK. Het Britse probleem zit bij de politieke partijen schrijft, schrijft John Lanchester in een heel mooi essay in de Londense Review of Books. De kwesties die moeten worden beslist vinden geen uitdrukking in tegenstellingen tussen de partijen. ‘The trouble with where we are now is that the configuration of the parties doesn’t match the issues which need resolved. To simplify, the Tories are a coalition of nationalists, who voted out, and business interests, who voted in; Labour is a coalition of urban liberals, who voted in, and the working class, who voted out.’
Een referendum passeert het drijfwerk van de representatieve politiek en richt zich direct tot de macht. Anders dan de gekozen vertegenwoordigers gaan dan aan de haal met de belangen van het publiek, geven er hun eigen geluid aan, met versterking van angsten en moraliserende impulsen, het drama van de afzonderlijke gebeurtenissen en de emoties in het algemeen, ongeremd door de band van de verantwoordelijkheid, en dus ongeremd door de feiten en de werkelijkheid. Vanuit de vleugels van de emotie, de verontwaardiging en het politieke moralisme wordt het centrum uiteen getrokken, in dit geval daarbij stevig geholpen door terreur en vluchtelingendrama’s, die ook emoties oproepen.
Het centrum
Het politieke bedrijf heeft de grootste moeite om het centrum – het politieke, maatschappelijke en morele middenveld – vast te houden. Toegegeven aan de verleiding van nieuwe referenda, zoals Cameron deed, leidt tot situaties van onmacht en tot nog grotere frustratie bij het publiek. In Zwitserland, waar een oude referendumcultuur bestaat, mag het referendum nooit als instrument worden gebruikt door de politiek. Deze moet zelf de verantwoordelijkheid nemen en vertegenwoordiging afdwingen. Dat gaat het beste via verkiezingen, die door het veelvoud van issues en de koppeling aan regeringsverantwoordelijkheid centrum zoekend zijn.
Je kunt je voorstellen dat je via verkiezingen nu ook de volksuitspraak over de Brexit kunt overrulen. Maar het heeft nu geen zin om direct op verkiezingen over de Brexit aan te sturen. Het zou in de huidige situatie voor beide partijen een recept voor zelfmoord zijn. Er zit dus niets anders op dan rustig te onderhandelen, de tijd zijn werk laten doen in de partijtwisten, en het resultaat van de uitredingsonderhandelingen te zijner tijd bij wet door te voeren, ondersteund door hervormingen waartoe het referendum aanleiding geeft. Het is niet onwaarschijnlijk dat May tegen die tijd verkiezingen nodig heeft om haar gezag op te vijzelen en een eigen mandaat van de kiezers te veroveren. Op dat moment zal ze nu al gaan aansturen. Als dat lukt heeft het oudste politieke stelsel van Europa, het Britse, de heikele kwestie die het zich uit handen heeft laten slaan, toch weer onder controle, en wel via de klassieke middelen. En heeft het aan de rest van Europa laten zien hoe om te met populistische krachten: de verantwoordelijkheid ten volle zelf nemen en de vertegenwoordiging van het electoraat terugwinnen via overtuigende verkiezingen.
Men kan vertrouwen hebben in Theresa May. Niet alleen in de persoon, mar eigenlijk nog belangrijker: in het feit dat iemand van dit kaliber uit het politieke midden zo bijna vanzelfsprekend, zij het geholpen door de dommigheden van haar collegae, de weg naar de top vond. Dat is een gezondheidstest van de Britse politiek, in ieder geval aan de rechterzijde. May moet nu proberen de (ouder wordende) rabiaat-nationalistische vleugel van de Tories naar de zien te rangeren.
Voor de linkerkant zijn de vooruitzichten minder gunstig. Corbyn, ongehinderd door regeringsverantwoordelijkheid neemt de vrije hand om de leden van Labour op te zetten tegen zijn parlementaire fractie. Het lijkt een beetje op wat Trump voor de Amerikaanse Republikeinen doet. In het VK beschadigt dat vooral de zaak van links.
Voor de vele kansarme Britten is het triest dat de hervormingen in hun land alweer van rechts moeten komen, net als onder Thatcher, en niet van links of uit het midden, zoals in andere Europese landen en bij ons. Je kunt toch beter door links en/of door het midden, dan door rechts met de nieuwe (harde) werkelijkheden geconfronteerd worden én hiertegen beschermd worden. Uittreding van het Verengd Koninkrijk uit de Europese Unie zal geen soelaas bieden voor de reële machteloosheid bij de vele Britten, toch voor het verlies van welvaart en zekerheden, waarvan die stem uitdrukking was.
Make Brexit work for Europe
Het is onwaarschijnlijk dat de trend van het ‘neverendum’ in Europa snel te stoppen is. De trek vanuit het politieke centrum naar de maatschappelijke vleugels gaat door. We moeten ermee leren leven, maar hoe? Het Britse geval geeft nu al goede indicaties en zal dat hopelijk blijven doen. Les één is helder: de regering moet volle verantwoordelijkheid nemen in elke situatie die zich voordoet, ook al heeft ze die niet gewild. Niet anderen, zoals de EU, de schuld in de schoenen schuiven. Het ontlopen van verantwoordelijkheid door politici is de eerste bron van populisme. Angela Merkel heeft dat het duidelijkst laten zien met haar ‘Wir schaffen das’ van een jaar geleden, zojuist op 28 juli demonstratief herhaald. Het is eigenlijk onbegrijpelijk hoe mensen haar dit motto kwalijk nemen. Is het niet vanzelfsprekend dat een regering tegenover een nieuw probleem stelt: we spelen het klaar? Wat anders? Het ook de houding van Theresa May: Brexit besloten, we zeuren niet maar maken er iets van: ‘Make Brexit work for Britain’. Geen wonder dat deze twee het zo goed kunnen vinden. Ik stel me zo voor hoe Merkel haar nieuwe collega in Berlijn speels trakteerde op een eigen versie, Europese versie hiervan: ‘Make Brexit work for Europe!’
Op diezelfde donderdag 28 juli waarop Angela Merkel in Berlijn tegen alle verwachting in haar beroemde motto stoer herhaalde, werd Hillary Clinton in Philadelphia verkozen tot kandidaat voor de Democraten. Merkel, May, Clinton: drie redenen voor Westerse hoop in deze bange dagen.
Tom Eijsbouts, Redacteur van S&D, Hoogleraar Europees recht UvA
Uit S & D Jaargang 73 Nummer 4 Augustus 2016
tom_eijsbouts_-_stemmen_en_regeren_in_de_westerse_storm1