Door op 29 september 2013

Vragen aan “meneer euro”Jeroen Dijsselbloem, voorzitter van de eurogroep

Op maandag 4 november a.s. discussieert de PvdA Werkgroep Europa met de voorzitter van de eurogroep, minister Jeroen Dijsselbloem.

We willen hem een paar vragen voorleggen over de toekomst van de euro.

1. Hoe kan Europa het vertrouwen van zijn burgers herwinnen?

Het vertrouwen van de burgers in de Europese Unie is nog zelden zo laag geweest.
En begrijpelijk: de Unie lijkt alleen nog beleid op te leveren waar de mensen niks voor voelen.
Eindeloze bezuinigen op zorg en welzijn.
Later met pensioen.
Minder baanzekerheid en loonsverlagingen.
Zuid-Europa moet nog vele jaren bezuinigen en Noord-Europa moet steeds meer betalen.
Europa stond ooit voor veel meer welvaart en welzijn.
Maar Europa levert niet meer.
Hoe kan het met zo’n beleid het vertrouwen van de burgers terugwinnen?

2. Hoe kan en moet solidariteit binnen de eurozone eruit zien?

Solidariteit is een kernbegrip voor de sociaal-democratie
Vanzelfsprekend dus, dat het rijke Noord-Europa solidair is met het arme Zuid-Europa.
Probleem is alleen dat de bevolking daar weinig voor voelt.
En is zo’n solidariteit wel mogelijk op natiestaat overstijgend niveau, tussen landen met heel verschillende culturen?
Hoe moet die solidariteit er dan uit zien? Welke voorwaarden moet je er aan stellen? En hoe controleer je dat?
Moeten wij de Griekse schulden kwijtschelden, terwijl het land niet staat te trappelen om zijn rijke burgers te belasten?
Moet met onze hulp aan een bureaucratische waterhoofd aldaar in stand blijven?
Moet met ons geld Spaanse banken gered worden, die teveel hebben geïnvesteerd in dwaze prestigeprojecten?

3. Werk, werk, werk, maar hoe dan?

Alles wijst erop dat wij een periode met weinig economische groei tegemoet gaan.
Misschien maar goed ook, gelet op de klimaatcrisis.
Tegelijk moet de productiviteit blijven stijgen om de internationale concurrentie aan te kunnen.
Dat is een recept voor weinig banen op een moment dat de werkloosheid (en met name de jeugdwerkloosheid) vooral in Zuid-Europa al alarmerend hoog is.
Heeft de sociaal-democratie een overtuigend recept?
Niet meer investeren in infrastructuur? Portugal heeft gemiddeld al meer autowegen dan Engeland.
En we kunnen jongeren wel allemaal scholing en stageplekken geven, maar dat moet toch uitmonden in werkelijke banen.
Grossieren wij niet in algemeenheden?

4. Wordt de eurozone een Europese kernzone?

Het verdwijnen van de euro lijkt dramatische gevolgen te hebben.
Maar om de euro te redden is steeds meer beleid op eurozone niveau nodig.
Europees bankentoezicht is nodig.
Het toezicht op het begrotingsbeleid van eurolanden wordt steeds strakker.
Moeten we blijvend volgen van belastingharmonisatie en afstemming van sociale wetgeving, zoals het minimumloon binnen de EU?
En om dat democratisch te controleren is er sprake van een Eurozone Parlement.
Het verschil tussen de landen die wel en die niet de euro hebben wordt zo steeds groter.

5. Federaal of intergouvermenteel?

Wat zijn de gevolgen van zo’n Europese tweedeling?
De ontwikkeling van de eurozone gaat steeds meer in een intergouvermentele richting.
Frankrijk en Duitsland sturen naar een Europese minister van Financiën, naast Van Rompuy en tegenover de Europese Commissie.
Maar hoe moet de democratische controle gestalte krijgen?

Voor opmerkingen en vragen aan de voorzitter van de eurogroep, Jeroen Dijsselbloem, reageer……